Home

Warenwet

Geldig van 1 februari 2001 tot 14 december 2001
Geldig van 1 februari 2001 tot 14 december 2001

Warenwet

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-02-2001 tot 14-12-2001]

Aanhef

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:

Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is in verband met de huidige omstandigheden gewijzigde wettelijke voorschriften vast te stellen ter bevordering van de goede hoedanigheid van waren, en regelen vast te stellen betreffende de aanduiding van waren;

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

1.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

waren: eetwaren, waaronder tevens worden begrepen kauwpreparaten, andere dan van tabak, en drinkwaren, alsmede andere roerende zaken;

verhandelen: het te koop aanbieden, uitstallen, verkopen, afleveren of voorhanden of in voorraad hebben van een waar;

Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

bijlage: de bijlage bedoeld in artikel 32b;

overtreding: een handeling als omschreven in de bijlage, welke in strijd is met het bepaalde bij of krachtens de artikelen 4 tot en met 11, 13 tot en met 20, 22, 26, 31, 32, 32c en 32k;

boete: de bestuurlijke sanctie bestaande in de verplichting aan de staat een bepaalde geldsom te betalen.

2.

Deze wet is niet van toepassing ten aanzien van hetgeen geschiedt in de sfeer van de particuliere huishouding of van een daarmee bij algemene maatregel van bestuur gelijkgestelde andere huishouding.

3.

Deze wet is ten aanzien van het voorhanden of in voorraad hebben van een waar niet van toepassing indien aannemelijk kan worden gemaakt dat de waar niet voor aflevering bestemd is. Voorts is deze wet ten aanzien van het afleveren van een waar niet van toepassing indien aannemelijk kan worden gemaakt dat het afleveren geschiedt ter vernietiging van de waar of om de waar in overeenstemming te brengen met regels, bij of krachtens deze wet met betrekking tot die waar gesteld.

4.

Bij algemene maatregel van bestuur gestelde regels kunnen een beperking inhouden tot daarbij omschreven categorieën van gevallen. Met betrekking tot het verhandelen van waren kunnen zij eveneens een beperking inhouden tot een of meer der in het eerste lid als verhandelen aangemerkte handelingen.

5.

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen voorts bij of krachtens deze wet gestelde regels, bij de maatregel aangegeven, ten aanzien van waren, behorende tot een bij de maatregel aangewezen categorie, of voor bij de maatregel omschreven categorieën van gevallen geheel of gedeeltelijk buiten toepassing worden verklaard.

Artikel 2

1.

Onverminderd de artikelen 7, eerste lid, en 8, eerste lid, van de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden kan, ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken, bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, artikel 2a in werking worden gesteld.

2.

Wanneer het in het eerste lid bedoelde besluit is genomen, wordt onverwijld een voorstel van wet aan de Tweede Kamer gezonden omtrent het voortduren van de werking van de bij dat besluit in werking gestelde bepaling.

3.

Wordt het voorstel van wet door de Staten-Generaal verworpen, dan wordt bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, de bepaling die ingevolge het eerste lid in werking is gesteld, onverwijld buiten werking gesteld.

4.

Bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, wordt de bepaling die ingevolge het eerste lid in werking is gesteld, buiten werking gesteld, zodra de omstandigheden dit naar Ons oordeel toelaten.

5.

Het besluit, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt op de daarin te bepalen wijze bekendgemaakt. Het treedt in werking terstond na de bekendmaking.

6.

Het besluit, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt in ieder geval geplaatst in het Staatsblad.

Artikel 2a [Nog niet in werking]

[Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.]

Onze Minister van Defensie kan gebieden aanwijzen, waarin deze wet niet van toepassing is op voor militair gebruik bestemde waren.

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24 [Vervallen per 21-02-1997]

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 28 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 29

Artikel 30 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 32a

Artikel 32b

Artikel 32c

Artikel 32d

Artikel 32e

Artikel 32f

Artikel 32g

Artikel 32h

Artikel 32i

Artikel 32j

Artikel 32k

Artikel 32l

Artikel 32m

Artikel 32n

Artikel 33 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 34

Artikel 35 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 36

Artikel 37