Home

Wet op de economische delicten

Geldig van 1 april 2001 tot 27 april 2001
Geldig van 1 april 2001 tot 27 april 2001

Wet op de economische delicten

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-04-2001 tot 27-04-2001]

Aanhef

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, het Besluit berechting economische delicten te vervangen door een wet, die de doeltreffendheid bevordert van de opsporing, vervolging en berechting van handelingen, welke schadelijk zijn voor het economische leven, en die in het bijzonder daarin meer eenheid brengt;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Titel I. Van de economische delicten

Artikel 1

Economische delicten zijn:

  1. 1°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Distributiewet 1939, de artikelen 4, 5, 6, 7, 8, 15, tweede, vierde en vijfde lid, 16 en 17;

    de Elektriciteitswet 1998, de artikelen 5, zesde lid, 7, tweede lid, 12, eerste lid, 16, 18, 21, 46, 47, eerste lid, 53, eerste lid, 56, eerste lid, 60, 62, 64, 69, 78, tweede lid, 79, 84, 95a, eerste lid, 95b en 95f;

    de Gaswet, de artikelen 4, eerste lid, 7, eerste lid, 8, 11, eerste lid, 12, eerste en vierde lid, 13, derde lid, 18, eerste lid, 19, tweede lid, 21, eerste lid, 25, eerste lid, 28, 29, 30, eerste lid, 32, 33, 34, tweede lid, 35, 36, 37, 38, 43, eerste lid, 44, 48, 56, 72, eerste lid, 73, vierde lid, 78, tweede lid, 79 en 82;

    de Hamsterwet, de artikelen 3 en 4;

    de In- en uitvoerwet, de artikelen 2, eerste en vierde lid, 2a, eerste en derde lid, 5, 7, eerste lid, en 18, voor zover betrekking hebbende op goederen die in een krachtens die wet vastgesteld invoer- of uitvoerbesluit onderscheidenlijk krachtens artikel 2, vierde lid, of 7, eerste lid, van die wet vastgestelde ministeriële regeling worden aangemerkt als strategische goederen, en artikel 2a, vijfde, zesde en zevende lid;

    de Mijnwet continentaal plat, de artikelen 2 en - voor zover niet artikel 7, vierde lid, toepassing heeft gevonden - artikel 7, tweede lid;

    de Noodwet financieel verkeer, de artikelen 3, 4, 5, 6, 11, 12, 17, 18, 26 en 28, tweede lid;

    de Noodwet voedselvoorziening, de artikelen 6, 7, 9, 10, 11, tweede lid, 12, 13, 22, 23, 24, eerste lid, 25 en 29;

    de Overgangswet elektriciteitsproductiesector, de artikelen 8, vierde lid, en 12;

    de Prijzennoodwet, de artikelen 5, 6, tweede lid, en - voor zover aangeduid als strafbare feiten - 8 en 9;

    de Telecommunicatiewet, de artikelen 3.3, eerste lid, 3.10, 10.5, 10.16, eerste lid, 10.19, eerste lid, 18.8 en 18.9;

    de Uitvoeringswet verdrag biologische wapens, de artikelen 2, eerste en derde lid, 3 en 4;

    de Uitvoeringswet verdrag chemische wapens, de artikelen 2 en 3, eerste lid;

    de Wet goedkeuring en uitvoering Markham-overeenkomst, artikel 6;

    de Wet financiële betrekkingen buitenland 1994, artikel 5, eerste lid;

    de Wet herstructurering varkenshouderij, de artikelen 15 en 27, derde lid;

    de Wet voorkoming misbruik chemicaliën, artikelen 2, 3, 5, 10 onder a, en 12.

  2. 2°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Bodemproductiewet 1939, artikel 3;

    de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, de artikelen 66, 68 en 73, eerste lid;

    de In- en uitvoerwet, de artikelen 2, eerste en vierde lid, 2a, eerste en derde lid, 5, 7, eerste lid, en 18, voor zover niet betrekking hebbende op goederen die in een krachtens die wet vastgesteld invoer- of uitvoerbesluit onderscheidenlijk krachtens artikel 2, vierde lid, of 7, eerste lid, van die wet vastgestelde ministeriële regeling worden aangemerkt als strategische goederen, alsmede de artikelen 2b, 4, eerste lid, onder a, c en e, en derde lid juncto eerste lid, onder a, c en e, en - voor zover aangeduid als strafbare feiten - 17;

    de Landbouwwet, de artikelen 17, 18, 19, 20, 22, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 47, en 51;

    de Sanctiewet 1977, artikel 2 juncto artikel 3, de artikelen 7 en 9, voor zover betrekking hebbend op regels als bedoeld in artikel 3;

    deTelecommunicatiewet, de artikelen 2.1, eerste lid, 3.8, 4.1, vierde lid, 4.2, vijfde en achtste lid, 4.4, vijfde lid, 10.8, 10.13, 10.17, 10.18, 13.1, 13.2, 13.5 en 13.8;

    de verordening (EG) nr. 2271/96 van de Raad van de Europese Unie van 22 november 1996 tot bescherming tegen de gevolgen van de extraterritoriale toepassing van rechtsregels uitgevaardigd door een derde land en daarop gebaseerde of daaruit voortvloeiende handelingen (PbEG L 309), artikel 2, eerste en tweede alinea, en artikel 5, eerste alinea;

    de Wet tot behoud van cultuurbezit, de artikelen 7, 8, 9, 14a en 14b;

    de Wet financiële betrekkingen buitenland 1994, de artikelen 3, 4, 6, derde lid, en 8;

    de Wet identificatie bij financiële dienstverlening 1993, de artikelen 2, eerste, tweede en zesde lid, 5, 6, 7 en 8;

    de Wet medefinanciering aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, artikel 11, eerste en tweede lid;

    de Wet melding ongebruikelijke transacties, de artikelen 9, 10, tweede lid, en 19, alsmede voor zover aangeduid als strafbare feiten, overtreding van krachtens artikel 11 gegeven voorschriften;

    de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996, de artikelen 2, 3, eerste lid, 6, eerste lid, 8, eerste lid, tweede volzin, derde en vierde lid, en 14, tweede lid;

    de Wet op het notarisambt, artikel 127, tweede lid;

    de Wet opsporing delfstoffen, artikel 2 en - voor zover niet artikel 4a, vierde lid, toepassing heeft gevonden - artikel 4a, eerste lid;

    de Wet tarieven gezondheidszorg, de artikelen 2, 17b, 17f, 30 en 34;

    de Wet toezicht beleggingsinstellingen, de artikelen 4, eerste lid, 8, 10, 11, eerste lid, 12, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, 14, tweede lid, 16, derde en vierde lid, 17, vijfde en zevende lid, 19, tweede tot en met vierde lid, 20, 22, tweede lid, 24, 27b, tweede en derde lid, en 27c, tweede lid;

    de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de artikelen 3, eerste lid, 4, tweede lid, 5, eerste en derde lid, 6, tweede lid, 7, eerste, derde en zevende lid, 10, tweede lid, 11, eerste en vijfde lid, 11a, derde, vierde en zesde lid, 12, tweede en vierde lid, 13, zesde en achtste lid, 16, eerste, achtste, negende, elfde, twaalfde en dertiende lid, 17, eerste en tweede lid, 18, tweede lid, 19, tweede lid, 22, eerste, derde en vijfde lid, 24, eerste en derde lid, 25, tweede lid, 27, derde lid, 28, derde lid, 29, vijfde lid, 31, eerste en tweede lid, 36, tweede en derde lid, 37, tweede lid, 45, vierde lid, 46a, eerste lid, 46b, eerste, derde en vijfde lid, eerste volzin, en 46d;

    de Wet toezicht kredietwezen 1992, de artikelen 6, 14, 15, vierde en vijfde lid, 16, eerste, zevende en achtste lid, 19, eerste lid, 23, eerste, vierde en vijfde lid, 24, eerste, vierde, vijfde en zesde lid, 28, tweede lid en vijfde lid, onder a, 29, tweede lid, 30, vierde en vijfde lid, 31, eerste lid, onder a en eerste lid, onder b, 32, eerste lid, onder a, en eerste lid, onder b, 36, 38, 43, 55, vierde, zesde en zevende lid, 56, eerste en tweede lid, 56a, 58, tweede lid, 62, eerste, tweede en derde lid, 63, 64, tweede lid, 66, tweede en derde lid, 66a, tweede lid, 69, 72, derde lid, 81, vijfde lid, 82, eerste en vierde lid, 83, eerste en vierde lid, 84, tweede en vierde lid en 85;

    de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, de artikelen 24, eerste lid, 42, tweede lid, 53, eerste en tweede volzin, 54, tweede lid, 54, derde lid, onderdeel a, 54, vijfde lid, eerste volzin, 54a, tweede en vierde lid, 55, eerste lid, 55, tweede lid, 56, zesde lid, laatste volzin, 57, derde lid, 57, vierde lid, 64, eerste lid, 64, tweede lid, 67, eerste lid, 67, tweede lid, 68, eerste lid, 69i, derde lid, tweede volzin, 69j, eerste lid, 69k, eerste lid, eerste volzin, 72, tweede lid, 72a, tweede lid, 72a, derde lid, 72b, 73c, eerste lid, 76, eerste lid, 89, eerste lid, 89, tweede lid, 95, eerste lid, 95, tweede lid, 96, eerste lid, 100, tweede lid, 100a, tweede lid, 100a, derde lid, 100b, eerste lid, 104, eerste lid, 115, vijfde lid, 120, vierde lid, 137, eerste lid, 140, eerste lid, 141, derde lid, 143, eerste lid, 146, eerste lid, 147, derde lid, 153, eerste lid, 174, eerste lid, 174, zesde lid, 174, zevende lid, 175, eerste lid, 175, vierde lid, 175, zesde lid, 177, eerste lid, 178, eerste lid, 179, tweede lid, 179, negende lid, 180, 181, eerste lid, 181, tweede lid, 181, derde lid, 181, zesde lid, laatste volzin, 181, zevende lid, 184, tweede lid, 184, derde lid, 185, tweede lid;

    de Wet inzake de wisselkantoren, de artikelen 4, eerste lid, 5, derde lid, 9, eerste lid, 10, 11, 12, tweede lid, 16 en 20, tweede en derde lid;

    de Woningwet, artikel 103;

    de Wet explosieven voor civiel gebruik, de artikelen 3, 10 en 17, eerste lid;

    de Wet voorkoming misbruik chemicaliën, artikel 10, onder b.

    Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, de artikelen 11, 26, eerste lid, eerste en tweede volzin, 27, tweede lid, 27, derde lid, onderdeel a, 27, vijfde lid, eerste volzin, 27a, tweede en vierde lid, 28, eerste lid, 28, tweede lid, 29, zesde lid, laatste volzin, 30, tweede lid, 30, derde lid, 33, tweede lid, 33a, tweede lid, 33a, derde lid, 33b, 33c, eerste lid, 36, eerste lid, 37, 39, eerste lid, 39, tweede lid, 41, 46, 51, vierde lid, 56, eerste lid, 56, tweede lid, 59, eerste lid, 64, eerste lid, 81, eerste lid, 81, zesde lid en zevende lid, 82, eerste lid, 82, vierde lid en zesde lid, 85, eerste lid, 86, 89, tweede lid, 89, derde lid, 90, tweede lid;

  3. 3°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Arbeidstijdenwet, artikel 8:3, eerste lid;

    de Prijzenwet, de artikelen 2, 2b, 3, en - voor zover aangeduid als strafbare feiten - 11;

    de Warenwet, artikel 21;

    de Wet op de kansspelen, de artikelen 1, onder a, b en d, 7, 7c, tweede lid, 13, 14, 27, 28, 30b, eerste lid, 30d, eerste lid, 30g, eerste lid, 30h, eerste lid, 30i, eerste lid, onder b, 30j, eerste lid, 30m, eerste lid, 30q, derde lid, 30r, derde en vierde lid, 30t, eerste en tweede lid, 30u, eerste lid, 30x en 30z;

    de Wet personenvervoer 2000, artikel 4;

    de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de artikelen 46 en 47;

    de Woningwet, artikel 120;

    de Zaaizaad- en Plantgoedwet, de artikelen 40, 41, eerste lid, 41a, 41b, 80, 81, 83–85, 87 en 91, vierde lid;

    de verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van de Europese Unie van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht (PbEG L 227), de artikelen 13, tweede lid, 17, eerste en tweede lid en 18, derde lid.

    de Arbeidsomstandighedenwet 1998, de artikelen 10, 28, zevende lid, 32 en de handeling of het nalaten, bedoeld in artikel 33, derde lid alsmede –

  4. 4°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Arbeidstijdenwet, de artikel 3:2, eerste en vierde lid, 3:3, derde en vierde lid, 3:5, eerste lid, 4:1, zesde lid, 4:3, eerste lid, 4:6, 5:3, eerste en tweede lid, 5:4, derde en vierde lid, 5:5, 5:6, 5:7, derde lid, 5:8, derde lid, 5:9, derde lid, 5:10, eerste, tweede en zevende lid, 5:11, tweede tot en met vijfde lid, 5:13, tweede lid, 5:14, derde lid, 5:15, zesde lid, 5:16, eerste lid, voor zover het niet-naleven van de in dit artikellid bedoelde bepalingen een strafbaar feit oplevert, 11:2, alsmede - voor zover aangeduid als strafbare feiten - het niet-naleven van de voorschriften krachtens de artikelen 2:7, eerste lid, 4:3, tweede tot en met vierde lid en 5:12, eerste en tweede lid;

    het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, artikel 8;

    de Colportagewet, de artikelen 6, 7, 8 en 24, tweede lid;

    de Diergeneesmiddelenwet, de artikelen 2, eerste lid, 7, 13, 14, eerste en tweede lid, 17, eerste lid, 18, 19, 20, tweede lid, 21, eerste lid, 24, tweede lid, 30, eerste lid, 31, eerste lid, 32, 33, 35, 36, eerste lid, 37, eerste lid, 38, 39, 40, 41, 42, 43, eerste lid, 44, eerste lid, 45, derde lid, 49 en 58, derde lid;

    de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, de artikelen 1, tweede lid, 3, 4, 5, 6 tot en met 9, 10 tot en met 13, 17 tot en met 21, 25, 26, 29, 30, 34, 38, 39, 41, derde lid, 42, 44, 45, 46, 47, zesde lid, 52, eerste lid, 5 3, 54, 55, 56, 57, 58, eerste en vierde lid, 59, vierde lid, 60, 65, 76, 77 tot en met 80, 96 tot en met 105, 107, 111 en 120;

    de Landbouwkwaliteitswet, de artikelen 2, eerste en tweede lid, 3, tweede lid, 4, vierde lid, 6 en 9, eerste lid;

    de Landbouwuitvoerwet 1938, de artikelen 2, 4 en 7;

    de Plantenziektenwet, de artikelen 2, 3, 3a, 6, en 13;

    de Statistiekwet 1950, artikel 21, alsmede - voor zover aangeduid als strafbare feiten - artikel 19;

    de Tabakswet, de artikelen 3, 3a, 4, 5, en 9;

    deTelecommunicatiewet, de artikelen 2.3, 3.4, tweede lid, 4.11, derde lid, 5.2, derde en vijfde lid, 7.6, 10.4, 10.6, 10.7, tweede lid, 10.10, 10.11, 10.12, 10.14, 10.18, 13.4, eerste, tweede en derde lid, 18.1, 18.2, 18.7 en 18.12;

    de Uitvoeringswet verdrag chemische wapens, de artikelen 4 tot en met 8;

    de Verordening nr. 2137/85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1985 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden (PbEG L 199/1), artikel 7, tweede alinea, onder i, en artikel 25, eerste alinea, letters a, c, d en e, en tweede alinea;

    de Vestigingswet Bedrijven 1954, de artikelen 4, 15, tweede lid, 16, 18, tweede lid, 23 en - voor zover aangeduid als strafbare feiten - 22;

    de Visserijwet 1963, de artikelen 3, 3a, 4, 5 en 9;

    de Vleeskeuringswet, de artikelen 2, tweede lid, 6, 7, 18, eerste lid, onder a en i, 19, 19a, 20a, derde lid, 21, 26, 27, 28, 30a, 34, 35, 37, 38 en 39;

    de Waarborgwet 1986, de artikelen 7a, 12, 27, 29, 29a, 30, 31, 35, 36, 37, 39, 44, 46 en 58;

    de Warenwet, de artikelen 4 tot en met 11, 13 tot en met 20, 22, 26, tweede lid, 31, 32 en 32k;

    de Wedervergeldingswet zeescheepvaart, de artikelen 2, eerste lid, 5, 9, derde lid, 10, eerste lid, 11c, eerste en tweede lid, 11d en 17;

    de Wet aansprakelijkheid olietankschepen, de artikelen 11, 12, 18, eerste lid, 20, 22 , 23, 24 en 26, tweede lid;

    de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de artikelen 2, eerste lid, 3, 4, 5, tweede lid, en 12, tweede lid

    de Wet arbeid vreemdelingen, de artikelen 2, eerste lid, en 15;

    de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf, de artikelen 3, eerste lid, 7, eerste lid, 10, eerste lid, 11, 13, eerste lid, 15, eerste en derde lid, 20, eerste lid;

    Wet balansverkorting geldelijke steun volkshuisvesting, artikel 15;

    de Wet op de Bedrijfsorganisatie, - voor zover aangewezen als strafbare feiten - de artikelen 32, 93 en 113;

    de Wet op het consumentenkrediet, de artikelen 9, 23, derde lid, 26, 27, eerste en tweede lid, 34, 36, 38, 47, 48, tweede lid, en 65, tweede lid, voor zover artikel 69 van die wet niet anders bepaalt;

    de Wet energiebesparing toestellen, de artikelen 2, 4, tweede lid, 5, 6, 8 , 9, 17, tweede en derde lid, 19, tweede lid, en 21;

    de Wet energiedistributie, de artikelen 10, 11, 12, zesde lid, en 13;

    de Wet Goederenvervoer Binnenscheepvaart (Stb. 1951, 472), de artikelen 4, 5, 30, 36, 45, tweede en zesde lid, 51, eerste lid, 59, derde lid, 60, 62, eerste en zevende lid, en 65, eerste lid, alsmede - voor zover aangeduid als strafbare feiten - overtredingen van voorschriften krachtens deze wet gegeven;

    de Wet goederenvervoer over de weg, de artikelen 4, eerste en tweede lid, 5, eerste en derde lid, 14, eerste en vijfde lid, 15, eerste lid, 21, 25, eerste lid, 29, eerste lid, 30, 31 en 49, derde lid, alsmede - voor zover aangeduid als strafbare feiten - de artikelen 5, tweede lid, 26, tweede lid, en 28;

    de Wet goedkeuring en uitvoering Markham-overeenkomst, de artikelen 3, derde lid, en 4, tweede lid;

    de Wet agrarisch grondverkeer, de artikelen 61en 64, derde lid;

    de Wet havenstaatcontrole, de artikelen 12, eerste en derde lid, en 13, eerste tot en met derde lid.

    de Wet herstructurering varkenshouderij, de artikelen 24, vierde lid, en 29;

    de Wet op de medische hulpmiddelen, de artikelen 2, 3, eerste lid, 4, 5, 7, eerste lid, en 9, eerste en derde lid;

    de Wet op de loonvorming, artikel 10, vijfde lid;

    de Wet medefinanciering oververtegenwoordiging oudere ziekenfondsverzekerden, de artikelen 5 en 13;

    de Wet op de ondernemingsraden, de artikelen 26, zesde lid, en 36, zevende lid;

    de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, de artikelen 2 en 5, tweede en vierde lid;

    de Wet personenvervoer 2000, de artikelen 11, 19, 30, derde lid, 51, 85, 86 en 104, aanhef en onderdelen c en d, alsmede – voor zover aangeduid als strafbare feiten – overtredingen van voorschriften krachtens deze wet gegeven;

    de Wet pleziervaartuigen, artikel 17;

    de Wet structurele sanering binnenvaart, de artikelen 8 en 10 alsmede - voor zover aangeduid als strafbare feiten - overtredingen van voorschriften krachtens die wet gegeven;

    de Wet schadefonds olietankschepen, de artikelen 5, eerste lid, en 8;

    de Wet scheepsuitrusting, artikel 26;

    de Wet inzake spaarbewijzen, de artikelen 3, tweede en derde lid, en 3a, en - voor zover aangeduid als strafbare feiten - artikel 2;

    de Wet tarieven gezondheidszorg, artikel 2a;

    Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998, de artikelen 2, tweede lid, 3, 4, 15, 24, derde lid, 28, eerste lid, 29, tweede volzin en 30, tweede en derde lid;

    de Wet ambtelijk toezicht bij openbare verkopingen, artikel 1;

    de Wet uitvoering aanbevelingen artikel 63, derde lid, EGKS-verdrag, artikel 2;

    de Wet uitvoering Internationaal Energieprogramma, de artikelen 3, eerste en tweede lid, 6, derde lid, 10, eerste lid, en 11, tweede lid, alsmede artikel 9 juncto artikel 3, eerste of tweede lid, of 6, derde lid;

    de Wet tot uitvoering van de Verordening No. 11 van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap, de artikelen 2 en 3;

    de Wet houdende vaststelling van minimumeisen voor het houden van legkippen, de artikelen 2 en 3, eerste lid;

    de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen, artikelen 2, 3 en 5, vierde lid.

    de Wet op bijzondere medische verrichtingen, de artikelen 2, 3 en 4;

    de Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen, de artikelen 3 juncto 8, eerste lid, 4, 5, 7, 9, tweede en vierde lid, 11 en 12;

    de Wet vervoer binnenvaart, de artikelen 5, tweede lid, 7, 9, eerste lid, 10, 15, tweede lid, 16, tweede lid, 20, eerste lid, 21, 23, tweede en vierde lid, 24, 26, 43, eerste lid, 44, 46, tweede lid, 48, eerste lid, 49, 53, 55, 74, 81 en 82, alsmede - voor zover aangeduid als strafbare feiten - overtredingen van voorschriften krachtens die wet gegeven;

    de Wet vervoer over zee, de artikelen 2, eerste en tweede lid, 3, eerste en derde lid, 4, eerste, tweede en vierde lid, 7, 9, 10, derde lid, 12, eerste lid, 15, 17, 18, eerste lid, 20, eerste lid, 23, 25, 30 en 31;

    de Wet voorraadvorming aardolieproducten, de artikelen 3, eerste lid, 5, derde lid, laatste volzin, en vierde lid, 8, derde lid, 10, derde lid, 13, eerste, tweede en vierde lid, 14, eerste lid, tweede volzin, en 27;

    de Wet vrachtprijzen vervoer van kolen en staal, de artikelen 2 en 4;

    de Wet op de walvisvangst 1960, artikel 2;

    de Wet op de gevaarlijke werktuigen, de artikelen 6, 8, eerste lid, 10, eerste, tweede en derde lid, 11, derde lid, 12, eerste lid, derde zin, en derde lid, 14, en 14a en 25a;

    de Wet ziekenhuisvoorzieningen, de artikelen 6, 15, vierde lid, 18a, 18b, eerste en achtste lid, 22, 23, alsmede - voor zover aangeduid als strafbare feiten - 28;

    de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, artikel 5a, tweede lid,;

    de Wet van 28 juni 1989, Stb. 245, tot uitvoering van de Verordening nr. 2137/85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1985 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden (PbEG L 199/1), artikel 3, vierde lid;

    de Wet van 19 december 1991, Stb. 710, tot aanpassing van de wetgeving aan de twaalfde richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake het vennootschapsrecht, artikel IV, eerste en tweede lid, eerste en tweede volzin;

    het Burgerlijk Wetboek, Boek 2 (Rechtspersonen), - voor zover van toepassing of van overeenkomstige toepassing op coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen, naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, Europese economische samenwerkingsverbanden of formeel buitenlandse vennootschappen als bedoeld in de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen - de artikelen 23, eerste lid, tweede volzin, 56, tweede lid, 61 onder b en d, 63b, 75, 76a, tweede lid, 85, 91a, 94b, vierde lid, 94c, vijfde lid, 96, derde en vierde lid, 96a, zevende lid, tweede volzin, 103, 105, vierde lid, laatste zin, 120, vierde lid, 153, 154, derde lid, 186, 194, 204b, vierde lid, 204c, vijfde lid, 230, vierde lid, 263, 264, derde lid, 362, zesde lid , laatste zin, 393, eerste lid, 394, derde lid, en 395;

    het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 1002, tweede lid;

    Winkeltijdenwet, de artikelen 2, 3, vijfde lid, 4, derde lid, 5, derde lid, 6, tweede lid, 7, derde lid, en 8, tweede lid;

    de Wijzigingswet 1988 Warenwet, artikel II, tweede en vijfde lid;

    de IJkwet, de artikelen 5, eerste lid, 7, eerste en derde lid, 8, eerste en derde lid, 9, eerste en tweede lid, 11a, tweede lid, tweede volzin, 14, vijfde lid, onder a, c en d, 19, 20, eerste en derde lid, 21, 21a, eerste lid, 21b, derde lid, laatste volzin, 26b, tweede lid, eerste volzin, 26c, 27 en 29h, tweede lid;

    de Ziekenfondswet, artikel 43b;

    de Wet explosieven voor civiel gebruik, de artikelen 7, 14, 15, derde lid, 16 en 21;

    de Wegenverkeerswet 1994, de artikelen 34, eerste lid, en 35.

    de Wet voorkoming misbruik chemicaliën, artikelen 4, 7, 8, 9 en 10, onder c.

    de Zeevaartbemanningswet, artikelen 56, 57, 58, 59 en 60.

    de wet houdende wijziging van de Wet personenvervoer voor het taxivervoer (deregulering taxivervoer), artikel V

    de Handelsregisterwet 1996, de artikelen 25 en 28;

    de Drank- en Horecawet, de artikelen 2, 3, 12 tot en met 25, 35, tweede lid, en 38.

  5. 5°.

    de delicten, genoemd in de artikelen 26, 33 en 34.

Artikel 1a

Economische delicten zijn eveneens:

  1. 1°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, de artikelen 2, eerste lid, ,10, eerste lid, en 25c, vijfde lid;

    de Destructiewet, de artikelen 4 en 5, eerste en tweede lid;

    de Grondwaterwet, artikel 14, eerste en tweede lid;

    de Kernenergiewet, de artikelen 15, 21, 21a, 21e, eerste lid, 29, eerste lid, 31, 32, eerste lid, 34, eerste, vierde en vijfde lid, 35, tweede lid, voorzover betrekking hebbend op een onderwerp, geregeld bij een krachtens de artikelen 29, 32 of 34 vastgestelde algemene maatregel van bestuur, 37b, 46, eerste lid, 47, eerste lid, 49b, eerste lid, 49d, 75, tweede lid, en 76a;

    de Meststoffenwet, de artikelen 55, 57, tweede lid, 58, 58c, 58d, tweede lid, 58e, derde lid, en 58f, eerste lid;

    de Mijnwet 1903, artikel 9, eerste lid, onder c;

    de Mijnwet continentaal plat, artikel 26, eerste lid, aanhef en onder e;

    de Wet bestrijding ongevallen Noordzee, de artikelen 4, eerste, tweede, derde en vierde lid, en 15;

    de Wet bodembescherming, de artikelen 6 tot en met 13, 38 en 94;

    de Wet bedreigde uitheemse dier- en plantesoorten, de artikelen 3, 3a, 4, tweede lid, 5, eerste lid, 6, 9 en 13a;

    de Wet houdende wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (landbouwkundig onmisbare gewasbeschermingsmiddelen): artikel II, derde en zesde lid, en bijlage;

    de Wet inzake de luchtverontreiniging, de artikelen 91, 92, onder a, in verband met artikel 48, en 92 , onder b;

    de Wet milieubeheer, artikel 1.2, eerste lid, - voor zover aangeduid als strafbare feiten - en de artikelen 8.1, eerste lid, 8.40, eerste lid, 8.42, tweede lid, 8.43, 8.44, eerste en zesde lid, 10.2, eerste lid, 10.3, 10.30, eerste lid, 10.32, 10.37, 10.43, 10.44a, eerste en tweede lid, 10.44b, 10.44e, eerste en tweede lid, onder a en b, 17.4, eerste en tweede lid, en 18.18;

    de Wet milieugevaarlijke stoffen, de artikelen 2, 8, 24, 31, 59 en 63;

    de Wet rampen en zware ongevallen, – voor zover aangeduid als strafbare feiten – de artikelen 2c, eerste en derde lid, en 11b, tweede en derde lid;

    de Wet van 2 juli 1992, Stb. 415, tot uitbreiding en wijziging van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne en daarmee samenhangende wijzigingen van andere wetten (milieubeleidsplanning en milieukwaliteitseisen; provinciale milieuverordening, totstandkoming algemene maatregelen van bestuur), artikel XIX, voor zover het betreft provinciale verordeningen, vastgesteld krachtens artikel 36 of artikel 41 van de Wet bodembescherming;

    de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de artikelen 1, eerste, derde en vierde lid, 1b, 2a, 2c, tweede lid, 5, eerste lid, en 26;

    de Wet verontreiniging zeewater, de artikelen 3, eerste lid, 4, en 11;

    de Wet verplaatsing mestproductie, de artikelen 2, 3, 4, en 9, vijfde lid;

    de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, de artikelen 4, 5, 10, 11, 21, 24, 27, 29, 31 en 33;

    de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, de artikelen 5, 12, 13, 13a, 23, tweede, vierde en vijfde lid, en 35, derde lid;

  2. 2°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Boswet, de artikelen 2, derde lid, 3, eerste en tweede lid, en 13, eerste lid;

    de Kernenergiewet, de artikelen 14, 22, eerste lid, 26, tweede lid, 28, 33, eerste lid, 35, tweede lid, voor zover betrekking hebbend op een onderwerp, geregeld bij een krachtens artikel 28 vastgestelde algemene maatregel van bestuur, 37, eerste lid, 39, 67, eerste en vierde lid, 68 en 76, derde lid;

    de Natuurbeschermingswet, de artikelen 12, eerste lid, 14, derde lid, 16, eerste lid, 23, eerste lid, 24, 24a, eerste lid, 25, eerste, tweede en vierde lid, 31, eerste lid, en 33a, eerste lid;

    de Ontgrondingenwet, de artikelen 3, eerste en tweede lid, 7, derde lid, 12, eerste en tweede lid, en 16, tweede lid;

    de Vogelwet 1936, de artikelen 5, 7, 7bis, 8, 9, 11, tweede lid, 12, eerste lid, 16, 17, tweede tot en met vierde lid, 23, 25, 27, eerste lid, 27a en 35, vierde en vijfde lid;

    de Wet bescherming Antarctica, de artikelen 3, eerste lid, 5, 6, eerste en tweede lid, 8, 25, eerste en tweede lid, 29 en 30;

    de Wet bodembescherming, de artikelen 20, 27, 28, 29, 30, tweede, derde en vierde lid, 31, 32, tweede lid, tweede volzin, 39, eerste en tweede lid, 43, eerste, derde en vierde lid, 44, 45, vierde lid, 49 juncto 30, tweede, derde en vierde lid, 63e, derde lid, tweede volzin, 63i, vijfde lid, tweede volzin, 63j, tweede lid, 70 en 72;

    de Wet milieubeheer, de artikelen 8.41, eerste, tweede en derde lid, 8.42, eerste lid, 8.44, vijfde lid, 10.4, eerste en derde lid, 10.5, 10.6, eerste lid, 10.8, 10.9, 10.15, eerste lid, 10.16, 10.18, eerste lid, 10.19, eerste lid, 10.31, eerste lid, 10.33, eerste en tweede lid, 10.34, 12.4, eerste en tweede lid, 12.7, eerste en tweede lid en derde lid, juncto het eerste en tweede lid, 12.8, eerste lid, 10.44e, tweede lid, onder c, 15.32, eerste en tweede lid, 17.1 en 17.2;

    de Wet milieugevaarlijke stoffen, de artikelen 13, 14, 15, 16, 17, 20, 21, 22, 23, 25, 32, 34, 37, 38, 39, en - voor zover aangeduid als strafbare feiten - 19, vierde lid;

    de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de artikelen 2b, eerste, tweede en derde lid, 4, en 9a, eerste, tweede, derde en vierde lid;

    de Wet verontreiniging zeewater, de artikelen 6 en 6a;

    de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, de artikelen 6, tweede lid, 10, eerste lid, onder b en d, 11, eerste, derde en vijfde lid, 16, 17, en 31;

  3. 3°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, de artikelen 2, vijfde, zesde en zevende lid, 5a, derde lid, 9, vijfde lid, 10, tweede lid, 11 tot en met 15 en 16a;

    de Destructiewet, de artikelen 3, eerste, tweede en derde lid, 4a, 6, 9 , 10, eerste en vijfde lid, 11, 12, 13, eerste, tweede, derde, vierde en vijfde lid, 15, 17, eerste lid, en 25, vierde lid;

    de Grondwaterwet, artikel 11;

    de Kernenergiewet, de artikelen 36, eerste lid, en - voor zover aangeduid als strafbare feiten - 73;

    de Meststoffenwet, de artikelen 3, 4, 5, 6, 6a, 7, 59, derde lid, en 61;

    de Meststoffenwet 1947, de artikelen 2 en 4;

    de Natuurbeschermingswet, artikel 17;

    de Wet bescherming Antarctica, de artikelen 19, tweede lid, en 33

    de Wet geluidhinder, de artikelen 2, 3, 8, 9, 10, 170, tweede lid, en 175;

    de Wet inzake de luchtverontreiniging, de artikelen 92, onder a, in verband met de artikelen 13, 14 en 86, tweede lid, 92, onder c, en 92, onder d;

    de Wet milieubeheer, de artikelen 10.10, eerste lid, 10.15, eerste lid, 10.16, 10.17, eerste lid, en 10.44e, tweede lid, onder d en e;

    de Wet van 13 mei 1993, Stb. 283, tot uitbreiding en wijziging van de Wet milieubeheer (afvalstoffen), artikel VII, voor zover het betreft gemeentelijke verordeningen, vastgesteld krachtens artikel 2 van de Afvalstoffenwet;

    de Wet verplaatsing mestproductie, de artikelen 9, tweede lid, 10, 13, 14 , en 17;

    de Wet vervoer gevaarlijke stoffen: de artikelen 47 en 48, tweede lid.

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Titel II. Van de straffen en maatregelen

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12 [Vervallen per 01-05-1983]

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15 [Vervallen per 01-09-1976]

Artikel 16

Titel III. Van de opsporing

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 23

Artikel 23a

Artikel 24

Artikel 24a

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Titel IV. Van voorlopige maatregelen

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 30a

Artikel 31

Artikel 32

Titel V. Van handelingen in strijd met straffen en maatregelen

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35

Titel VI. Van de afdoening buiten geding

Artikel 36

Artikel 37

Titel VII. Van de bevoegdheid en de samenstelling der arrondissements-rechtbanken

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 40 [Vervallen per 01-07-1992]

Artikel 41 [Vervallen per 31-01-1958]

Artikel 42 [Vervallen per 31-01-1958]

Artikel 43

Artikel 44 [Vervallen per 18-07-1983]

Artikel 45

Titel VIII. Van de berechting in eerste aanleg

Artikel 46

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49 [Vervallen per 01-01-1976]

Artikel 50 [Vervallen per 01-01-1976]

Titel IX. Van het hoger beroep

Artikel 51 [Vervallen per 01-10-2000]

Artikel 52

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 55 [Vervallen per 01-10-2000]

Titel X

Artikel 56 [Vervallen per 01-10-2000]

Artikel 57 [Vervallen per 01-10-2000]

Titel XI. Van de contactambtenaren

Artikel 58

Titel XII. Overgangsbepalingen

Artikel 59

Artikel 60

Artikel 61 [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 62

Artikel 63

Titel XIII. Slotbepalingen

Artikel 64

Artikel 65

Artikel 66

Artikel 67

Artikel 68

Artikel 69

Artikel 70

Artikel 71

Artikel 72

Artikel 73

Artikel 74

Artikel 75

Artikel 76

Artikel 77

Artikel 78

Artikel 79

Artikel 80

Artikel 81

Artikel 82

Artikel 83

Artikel 84

Artikel 85

Artikel 86

Artikel 87