Home

Wet op de economische delicten

Geldig van 21 september 2011 tot 1 oktober 2011
Geldig van 21 september 2011 tot 1 oktober 2011

Wet op de economische delicten

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 21-09-2011 tot 01-10-2011]

Aanhef

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, het Besluit berechting economische delicten te vervangen door een wet, die de doeltreffendheid bevordert van de opsporing, vervolging en berechting van handelingen, welke schadelijk zijn voor het economische leven, en die in het bijzonder daarin meer eenheid brengt;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Titel I. Van de economische delicten

Artikel 1

Economische delicten zijn:

  1. 1°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Aanpassingswet Algemene douanewet, artikel XLIX, eerste lid;

    de Algemene douanewet, de artikelen 1:4, eerste en tweede lid, en 3:1, voorzover betrekking hebbend op goederen die ingevolge regelingen van internationaal of nationaal recht worden aangemerkt als strategische goederen;

    de Diergeneesmiddelenwet, de artikelen 2, eerste lid, 7, 13, 17, eerste lid, 18, 21, eerste lid, 24, tweede lid, 30, eerste lid, 31, eerste lid, 32, 33, 37, eerste lid, 38, 44, eerste lid, en 49;

    de Distributiewet, de artikelen 4, 5, 6, 7, 8, 15, tweede, vierde en vijfde lid, 16 en 17;

    Drinkwaterwet, de artikelen: 4, eerste lid, 21, 22, 23, 25 tot en met 35, 38, 49 en 51;

    de Geneesmiddelenwet, de artikelen 18, eerste lid, 28, eerste lid, 39, tweede lid, 40, eerste en tweede lid, 61, eerste lid, en 62

    de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, de artikelen 17 tot en met 21, 25, 26, 29, 30, 31b, 44, 98, 100 en 101a;

    de Hamsterwet, de artikelen 3 en 4;

    de Kaderwet diervoeders, de artikelen 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 16, 26, 27, 28, 29, 31, 32, 33, onderdelen a, b, c en e, 34, 37 en 39;

    de Landbouwwet, artikel 19;

    de Noodwet financieel verkeer, de artikelen 3, 4, 5, 6, 11, 12, 17, 18, 26 en 28, tweede lid;

    de Noodwet voedselvoorziening, de artikelen 6, 7, 9, 10, 11, tweede lid, 12, 13, 22, 23, 24, eerste lid, 25 en 29;

    de Overgangswet elektriciteitsproductiesector, de artikelen 8, tweede lid, en 12;

    de Prijzennoodwet, de artikelen 5, 6, tweede lid, en - voor zover aangeduid als strafbare feiten - 8 en 9;

    de Sanctiewet 1977, de artikelen 2, 7 en 9, voor zover betrekking hebbend op de onderwerpen, bedoeld in artikel 3;

    de Spoorwegwet, artikel 96, tweede lid;

    de Telecommunicatiewet, de artikelen 3.3, eerste lid, 3.10, 10.1, 10.5, tweede lid, 10.9, eerste lid, 10.11, eerste lid, 15.2a, 18.8 en 18.9;

    de Uitvoeringswet verdrag biologische wapens, de artikelen 2, eerste en derde lid, 3 en 4;

    de Uitvoeringswet verdrag chemische wapens, de artikelen 2 en 3, eerste lid;

    de Visserijwet 1963, artikel 54c, voor zover de gedragingen plaatsvinden in de uitoefening van een bedrijf;

    de Wet goedkeuring en uitvoering Markham-overeenkomst artikel 6;

    de Wet financiële betrekkingen buitenland 1994, artikel 5, eerste lid;

    de Wet ruimtevaartactiviteiten, de artikelen 3, eerste en derde lid, 7, derde lid, en 10;

    de Wet voorkoming misbruik chemicaliën, de artikelen 2, onder a, en 4, tweede lid.

  2. 2°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Algemene douanewet, de artikelen 1:4, eerste en tweede lid, en 3:1, voorzover betrekking hebbend op goederen die niet ingevolge regelingen van internationaal of nationaal recht worden aangemerkt als strategische goederen;

    de Bodemproductiewet 1939, artikel 3;

    de Diergeneesmiddelenwet, de artikelen 19, 35, 36, 41, 42 en 45, derde lid;

    Drinkwaterwet, de artikelen 15 en 17, tweede lid;

    de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, de artikelen 3 tot en met 13, 59, 59a, 59b, eerste en tweede lid, 66, 68, 73, eerste lid, 77 tot en met 80, 96, 97, 99, 101, 102 tot en met 105, 107, 111 en 120;

    de Kaderwet diervoeders, de artikelen 10, 22 en 35;

    de Landbouwwet, de artikelen 17, 18, 20, 22, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 47, en 51;

    de Mijnbouwwet, de artikelen 6, 13, tweede lid, 22, vijfde lid, 23, 25, artikel 29, eerste en derde lid, 31d, eerste lid, 31i, 34, eerste en derde lid, 36, tweede en derde lid, 39, 40, 41, 42, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 91, tweede lid, 102, 120, 123, 130 en 151;

    de Telecommunicatiewet, de artikelen 2.1, eerste en vijfde lid, eerste volzin, 3.8, eerste tot en met derde lid, 4.1, vierde lid, 4.2, vijfde en tiende lid, 4.4, vijfde lid, 10.2, 10.10, eerste lid, laatste volzin, 11.7, derde lid, 13.1, 13.2, 13.2a, 13.2b, 13.4, eerste lid, 13.5 en 13.8;

    de verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van de Europese Unie van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht (PbEG L 227), de artikelen 13, tweede lid, 17, eerste en tweede lid en 18, derde lid;

    de verordening (EG) nr. 2271/96 van de Raad van de Europese Unie van 22 november 1996 tot bescherming tegen de gevolgen van de extraterritoriale toepassing van rechtsregels uitgevaardigd door een derde land en daarop gebaseerde of daaruit voortvloeiende handelingen (PbEG L 309), artikel 2, eerste en tweede alinea, en artikel 5, eerste alinea;

    de verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van de Europese Unie van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PbEG L 181), artikel 6, eerste lid, eerste en tweede volzin;

    de Wet tot behoud van cultuurbezit, de artikelen 7, 8, 9, 14a en 14b;

    de Wet explosieven voor civiel gebruik, de artikelen 3, 10 en 17, eerste lid;

    de Wet op het financieel toezicht, de artikelen 1:10, 1:74, eerste lid, 2:3a, eerste lid, 2:3e, eerste lid, 2:3f, eerste lid, 2:4, eerste lid, 2:6, eerste lid, 2:8, eerste lid, 2:11, eerste lid, 2:15, tweede lid, 2:16, eerste en derde lid, 2:18, tweede lid, 2:20, eerste lid, 2:25, tweede lid, 2:26, 2:27, eerste lid, 2:36, eerste en tweede lid, 2:40, 2:48, eerste lid, 2:50, eerste lid, 2:54g, eerste lid, 2:55, eerste lid, 2:60, eerste lid, 2:65, eerste en tweede lid, 2:75, eerste lid, 2:80, eerste lid, 2:86, eerste lid, 2:92, eerste lid, 2:96, 2:106a, eerste lid 2:121a, eerste lid, 3:5, eerste lid, 3:6, eerste lid, artikel 3:7, eerste en vierde lid, 3;19a, 3:20a, 3:29a, 3:29b, 3:29c, eerste lid, 3:30, eerste lid, 3:35, 3:35a, eerste lid, 3:44, eerste lid, 3:51, 3:53, eerste lid, 3:54, derde lid, 3:55, tweede lid, 3:57, eerste en vijfde lid, 3:59, 3:62, tweede lid, 3:63, eerste tot en met derde lid, 3:67, eerste tot en met vierde lid, 3:68, eerste en derde lid, artikel 3:69 eerste lid, 3:74b, 3:77, 3:88, eerste en tweede lid, 3:89, eerste lid, 3:95, eerste lid, 3:96, eerste lid, 3:104, derde lid, 3:132, eerste en derde lid, 3:136, eerste en tweede lid, 3:135, eerste lid, 3:137, 3:138, eerste lid, 3:139, eerste lid, 3:143, 3:144, eerste lid, 3:155, tweede lid, 3:158, derde en vierde lid, 3:175, derde lid, 3:196, 3:267a, 3:267b, eerste tot en met het derde lid, 3:279, eerste en vierde lid, 3:285, eerste en tweede lid, 3:286, eerste en tweede lid, 3:296, eerste, tweede, derde, vierde en achtste, 3:297, eerste, tweede en vijfde lid, 3:298, eerste en tweede lid, 4:3, eerste lid, 4:4, eerste lid, 4:4a, 4:24, tweede lid, 4:26, eerste lid, 4:27, eerste, tweede en vierde lid, 4:31, eerste lid, 4:49, eerste tot en met vierde lid, 4:50, tweede lid, 4:52, eerste lid, 4:53, 4:59c, vierde lid, 4:60, vierde lid, 4:62, eerste lid, 4:71, 4:71b, tweede en derde lid, 4:71c, eerste en tweede lid, 4:71d, 4:90b, vierde tot en met het zesde lid, 4:91a, negende lid, 4:91b, derde en vierde lid, 4:100c, 5:26, eerste lid, 5:28, tweede lid, 5:30, 5:32, eerste en vierde lid, 5:32d, eerste lid, 5:34, eerste en tweede lid, 5:35, eerste tot en met vierde lid, 5:36, 5:38, eerste en tweede lid, 5:39, eerste lid, 5:40, 5:41, eerste en tweede lid, 5:42, 5:43, eerste en tweede lid, 5:48, derde tot en met achtste lid, 5:59, eerste en tweede lid, 5:60, eerste en derde lid, 5:63, derde lid, 5:64, eerste en derde tot en met zevende lid, 5:65, 5:68, eerste lid, 5:79;

    de Wet financiële betrekkingen buitenland 1994, de artikelen 3, 4, 6, derde lid, en 8;

    de Wet inzake de geldtransactiekantoren, de artikelen 3, eerste lid, 4, derde lid, 5, derde lid, 8, derde en vijfde lid, 9, eerste lid, 10, 11, 15, tweede en derde lid;

    de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, de artikelen 1.45, 1.66, 2.2 en 2.24;

    de Wet laden en lossen zeeschepen, artikel 19, tweede tot en met vijfde lid;

    de Wet marktordening gezondheidszorg, de artikelen 25, tweede lid, 35, 36, eerste en tweede lid, 38, eerste, tweede en vierde lid, 40, eerste, tweede en derde lid, 60, 63 en 66, eerste lid, alsmede de regels, vastgesteld krachtens de artikelen 36, derde lid, 38, zevende lid, 40, vierde lid, en 45;

    de Wet op het notarisambt, artikel 127, tweede lid;

    de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, de artikelen 2, 3, eerste lid, 4, eerste lid, 5, eerste en derde lid, 8, 16, 17, tweede lid, 23 eerste en tweede lid, 33 en 34;

    de Wet toezicht accountantsorganisaties, de artikelen 5, eerste lid, 6, derde lid, 21a en 29a;

    de Wet toezicht trustkantoren, de artikelen 2, eerste en derde tot en met vijfde lid, 3, derde lid, 5, 9, tweede en derde lid, voor zover het betreft het voorschrift van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht en het voorschrift inzage te verlenen in zakelijke gegevens en bescheiden, 10, 11, 14, tweede lid, en 16, tweede lid

    Wet voorkoming misbruik chemicaliën, artikel 2, onder b;

    de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005, de artikelen 39, 40, 41, 42, 46, 48, derde lid, 57 tot en met 60, 85 en 87.

  3. 3°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Arbeidstijdenwet, artikel 8:3, eerste lid, en een niet naleven als bedoeld in artikel 11:3, eerste tot en met derde lid;

    de Prijzenwet, de artikelen 2, 3, en - voor zover aangeduid als strafbare feiten - 11;

    de Warenwet, artikel 21, tweede lid, 27, derde lid, 30, derde lid;

    de Wet op het financieel toezicht, de artikelen 5:53, eerste en tweede lid, 5:56, 5:57, 5:58, 5:70, eerste lid, 5:72, 5:74, eerste en vierde lid, 5:76 en 5:77;

    de Wet luchtvaart, artikel 6.52;

    de Wet op de kansspelen, de artikelen 1, onder a, b en d, 7, 7c, tweede lid, 13, 14, 27, 30b, eerste lid, 30d, eerste lid, 30g, eerste lid, 30h, eerste lid, 30i, eerste lid, onder b, 30j, eerste lid, 30m, eerste lid, 30q, derde lid, 30r, derde en vierde lid, 30t, eerste, tweede en vijfde lid, 30u, eerste lid, 30x en 30z;

    de Wet personenvervoer 2000, de artikelen 4 en 11, tweede en derde lid;

    de Arbeidsomstandighedenwet, de artikelen 6, eerste lid, eerste volzin, 10, 28, zesde lid, 32 en de handeling of het nalaten, bedoeld in artikel 33, derde lid alsmede– voorzover aangewezen als strafbare feiten – de artikelen 6, eerste lid, tweede volzin, en 16, tiende lid.

  4. 4°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Binnenvaartwet, de artikelen 5, eerste lid, 6, eerste lid en zesde lid, 7, eerste lid, 8, derde lid, 10, tweede lid, 11, 12, 13, vierde lid, 17, vijfde lid, 21, eerste lid, 22, negende lid, 23, eerste lid, 25, vierde lid en vijfde lid, 28, zevende lid, 31, vierde lid, 33, tweede lid, 36, vierde lid, 37, tweede lid, 39c, derde lid, 39e, en 43, tweede lid, voor zover deze overtredingen niet strafbaar zijn op grond van artikel 32 van de op 17 oktober 1868 te Mannheim tot stand gekomen Herziene Rijnvaartakte (Trb. 1955, 161);

    het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, artikel 8;

    de Diergeneesmiddelenwet, de artikelen 14, eerste en tweede lid, 20, tweede lid, 39, 40, 43, eerste lid, en 58, derde lid;

    de Drank- en Horecawet, de artikelen 2, 3, 12 tot en met 25, 35, tweede lid, en 38;

    Drinkwaterwet, de artikelen 14, 36, 37, 42, eerste lid, 43, 44 en 47;

    de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, de artikelen 34, 35, voorzover deze voorschriften zijn gesteld in samenhang met op grond van artikel 45 gestelde voorschriften, 38, 39, 41, derde lid, 42, 45, 46, 47, zesde lid, 52, eerste lid, 53 tot en met 57, 65 en 76;

    de Handelsregisterwet 2007, de artikelen 27 en 47;

    de Kaderwet diervoeders, de artikelen 12, onderdelen c en d, 20, 22, 33, onderdeel d, en 36;

    de Landbouwkwaliteitswet, de artikelen 2, eerste en tweede lid, 3, tweede lid en 4, vierde lid;

    de Landbouwuitvoerwet 1938, de artikelen 2, 4 en 7;

    de Luchtvaartwet, de artikelen 37ab, 37ae, eerste lid, 37f, derde lid, 37g, derde lid, of 37r;

    de Metrologiewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste en tweede lid en vijfde lid, tweede volzin, 24, eerste, tweede en derde lid, en vierde lid, tweede volzin, 25, 26 en 36, eerste lid;

    de Plantenziektenwet, de artikelen 2, 3, 3a, 6, en 13;

    de Reconstructiewet concentratiegebieden, de artikelen 36, eerste en derde lid, en 47, eerste lid;

    de Scheepvaartverkeerswet, artikel 4, voor zover het de melding van de met het schip vervoerde lading betreft;

    de Spoorwegwet, de artikelen 10, 13, 27, tweede lid, onderdelen a tot en met c, 33, zevende lid, 36, eerste en vierde lid, 39, 42, 45, 46, derde lid, 47, 48 en 53, alsmede – voor zover aangeduid als strafbare feiten – overtredingen van voorschriften krachtens de hoofdstukken 3 en 4, met uitzondering van de artikelen 64, tweede lid, en 65, eerste lid, gegeven;

    de Tabakswet, de artikelen 2, 3, 3a , 3b, 3c, 3e, 4, 5, 5a, 7, 8, 9, 10, 11, 11a en 18;

    de Telecommunicatiewet, de artikelen 2.3, vijfde lid, 3.4, tweede lid, 5.4, eerste en tweede lid, 5.6, tweede en derde lid, 7.7, 10.6, 10.7, 13.4, tweede, derde en vierde lid, 18.1, 18.2, 18.7, 18.12, 18.15, eerste en tweede lid en 18.17, eerste en derde lid;

    de Uitvoeringswet verdrag chemische wapens, de artikelen 4 tot en met 8;

    de Verordening (EG) Nr. 1435/2003 van de Raad van de Europese Unie van 22 juli 2003 betreffende het statuut voor een Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE) (PbEU L 207), artikel 11, vierde lid;

    de Verordening nr. 2137/85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1985 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden (PbEG L 199/1), artikel 7, tweede alinea, onder i, en artikel 25, eerste alinea, letters a, c, d en e, en tweede alinea;

    de Verordening (EG) Nr. 2157/2001 van de Raad van de Europese Unie van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (PbEG L 294), artikel 12, vierde lid;

    de Visserijwet 1963, de artikelen 3, 3a, 4, 5 en 9;

    de Visserijwet 1963, artikel 54c, voor zover de gedragingen plaatsvinden anders dan in de uitoefening van een bedrijf;

    de Waarborgwet 1986, de artikelen 7a, 12, 30, 31, 35, 36, 37, 39, 44, 46, 57, 58 en 58a;

    de Warenwet, de artikelen 1a, 4 tot en met 11, 11a, 13 tot en met 20, 21, eerste lid, 21b, 22, 26, tweede lid, 27, eerste lid, laatste volzin, 31 en 32k;

    de Wedervergeldingswet zeescheepvaart, de artikelen 2, eerste lid, 5, 9, derde lid, 10, eerste lid, 11c, eerste en tweede lid, 11d en 17;

    de Wegenverkeerswet 1994, de artikelen 34, eerste tot en met vierde lid, en 35;

    de Wet aansprakelijkheid olietankschepen, de artikelen 11, 12, 18, eerste lid, 20, 22 , 23, 24 en 26, tweede lid;

    de Wet agrarisch grondverkeer, de artikelen 61en 64, derde lid;

    de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de artikelen 4 en 12, tweede lid;

    de Wet arbeid vreemdelingen, artikel 19c;

    Wet balansverkorting geldelijke steun volkshuisvesting, artikel 15;

    de Wet capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot, artikel 6 alsmede - voor zover aangeduid als strafbare feiten - overtredingen van voorschriften krachtens die wet gegeven;

    de Wet op de Bedrijfsorganisatie, - voor zover aangewezen als strafbare feiten - de artikelen 32, 93 en 113;

    de Wet op het consumentenkrediet, de artikelen 34, 36, 38, 47 en 48, tweede lid, voor zover artikel 69 van die wet niet anders bepaalt;

    de Wet energiedistributie, de artikelen 10, 11, 12, zesde lid, en 13;

    de Wet explosieven voor civiel gebruik, de artikelen 7, 14, 15, derde lid, 16 en 21;

    de Wet goedkeuring en uitvoering Markham-overeenkomst, de artikelen 3, derde lid, en 4, tweede lid;

    de Wet havenstaatcontrole, de artikelen 12, eerste, derde en vierde lid, en 13, eerste tot en met derde lid;

    de Wet houdende vaststelling van minimumeisen voor het houden van legkippen, de artikelen 2 en 3, eerste lid;

    de wet houdende wijziging van de Wet personenvervoer voor het taxivervoer (deregulering taxivervoer), artikel V;

    de Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie, de artikelen 10, 11, tweede en derde lid, 12, 13, 16, tweede tot en met vijfde lid, en 33, tweede en derde lid;

    de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten, de artikelen 2, tweede en derde lid, en 13;

    de Wet inrichting landelijk gebied, artikel 35, eerste en tweede lid;

    de Wet kabelbaaninstallaties, artikelen 31, 32 en 33;

    de Wet laden en lossen zeeschepen, de artikelen 7, 8, eerste lid, onderdelen b en c, en tweede lid, 9, derde lid, 10, 11, eerste lid, 12, 13, 14, eerste en tweede lid, 19, eerste lid, 24, zevende lid, en – voorzover aangeduid als strafbare feiten – artikel 24, eerste tot en met derde lid;

    de Wet luchtvaart, de artikelen 4.1, eerste en derde lid, alsmede – voor zover aangeduid als strafbare feiten – overtredingen van voorschriften krachtens hoofdstuk 4 van die wet gegeven;

    de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen, artikelen 2, 3 en 5, vierde lid;

    de Wet op de loonvorming, artikel 10, vijfde lid;

    de Wet op de medische hulpmiddelen, de artikelen 2, 3, eerste lid, 4, 5, 7, eerste lid, en 9, eerste en derde lid;

    de Wet op de ondernemingsraden, de artikelen 26, zesde lid, en 36, zevende lid;

    de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, de artikelen 2 en 5, tweede en vierde lid;

    de Wet personenvervoer 2000, de artikelen 5a, eerste en tweede lid, 11, eerste lid, 13, 19, 30, vierde lid, 39, eerste lid, 43a, derde lid, 51, 85 alsmede – voor zover aangeduid als strafbare feiten – 8, 9, vijfde lid, 83, 86 en 104, aanhef en onderdelen c en d;

    de Wet pleziervaartuigen artikel 17;

    de Wet ruimtevaartactiviteiten, artikelen 11, tweede en vierde lid;

    de Wet schadefonds olietankschepen, de artikelen 5, eerste lid, en 8;

    de Wet scheepsuitrusting, artikel 26;

    de Wet inzake spaarbewijzen, de artikelen 3, tweede en derde lid, en 3a, en - voor zover aangeduid als strafbare feiten - artikel 2;

    de Wet ambtelijk toezicht bij openbare verkopingen, artikel 1;

    de Wet uitvoering Internationaal Energieprogramma, de artikelen 3, eerste en tweede lid, 6, derde lid, 10, eerste lid, en 11, tweede lid, alsmede artikel 9 juncto artikel 3, eerste of tweede lid, of 6, derde lid;

    de Wet tot uitvoering van de Verordening No. 11 van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap, de artikelen 2 en 3;

    de Wet op bijzondere medische verrichtingen, de artikelen 2, 3, 4 en 6a;

    de Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen, de artikelen 3 juncto 8, eerste lid, 4, 5, 7, 9, tweede en vierde lid, 11 en 12;

    de Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal, de artikelen 3, 4, eerste en derde lid, 5, 7, eerste, tweede en vierde lid, 8, 9, eerste lid, 10, vierde lid, 12, eerste lid en 20;

    de Wet vervoer over zee, de artikelen 2, eerste en tweede lid, 3, eerste en derde lid, 4, eerste, tweede en vierde lid, 7, 9, 10, derde lid, 12, eerste lid, 15, 17, 18, eerste lid, 20, eerste lid, 23, 25, 30 en 31;

    de Wet voorkoming misbruik chemicaliën, artikel 2, onder c;

    de Wet voorraadvorming aardolieproducten, de artikelen 3, eerste lid, 5, derde lid, laatste volzin, en vierde lid, 8, derde lid, 10, derde lid, 13, eerste, tweede en vierde lid, 14, eerste lid, tweede volzin, en 27;

    de Wet wegvervoer goederen, de artikelen 2.3, eerste, derde, vijfde en zesde lid, 2.5, 2.6, 2.7 en 2.13 alsmede – voor zover aangeduid als strafbare feiten – artikel 2.3, vierde lid;

    de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, artikel 65, tweede lid;

    de Wet van 28 juni 1989, Stb. 245, tot uitvoering van de Verordening nr. 2137/85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1985 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden (PbEG L 199/1), artikel 3, vierde lid;

    de Wet van 19 december 1991, Stb. 710, tot aanpassing van de wetgeving aan de twaalfde richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake het vennootschapsrecht, artikel IV, eerste en tweede lid, eerste en tweede volzin;

    het Burgerlijk Wetboek, Boek 2 (Rechtspersonen), – voor zover van toepassing of van overeenkomstige toepassing op stichtingen en verenigingen als bedoeld in artikel 360, derde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen, naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, Europese naamloze vennootschappen, Europese economische samenwerkingsverbanden, Europese coöperatieve vennootschappen of formeel buitenlandse vennootschappen als bedoeld in de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen – de artikelen 19, vijfde lid, tweede volzin, 56, tweede lid, 61, onder b en d, 63b, 75, 76a, tweede lid, 85, 91a, 94b, vierde lid, 94c, vijfde lid, 96, derde en vierde lid, 96a, zevende lid, tweede volzin, 105, vierde lid, laatste zin, 120, vierde lid, 153, 154, derde lid, 186, 194, 204b, vierde lid, 204c, vijfde lid, 230, vierde lid, 263, 264, derde lid, 359b, vijfde lid, 362, zesde lid, laatste zin, 393, eerste lid, 394, derde lid, 395, 451, tweede lid, 452, vierde lid en 455, tweede lid;

    Boek 3 (Vermogensrecht) van het Burgerlijk Wetboek, artikel 15d, eerste en tweede lid, en artikel 15e, eerste en tweede lid;

    de Winkeltijdenwet, de artikelen 2, 3, vijfde lid, 4, derde lid, 5, derde lid, 6, tweede lid, 7, derde lid, en 8, tweede lid;

    de Wijzigingswet 1988 Warenwet, artikel II, tweede en vijfde lid;

    de Zeevaartbemanningswet, artikelen 56, 57, 58, 59 en 60;

  5. 5°.

    de delicten, genoemd in de artikelen 26, 33 en 34.

Artikel 1a

Economische delicten zijn eveneens:

  1. 1°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Flora- en faunawet, artikel 13, eerste lid;

    de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, de artikelen 81b, 81c, 81d, 81m, 81n en 81o;

    de Kernenergiewet, de artikelen 15, 15f, eerste en zesde lid, 21, 21a, 21e, eerste lid, 29, eerste lid, 31, 32, eerste lid, 34, eerste, vijfde en zesde lid, 37b, 38a, 46, eerste lid, 47, eerste lid, 49b, eerste lid, 49d, 75, tweede lid, en 76a;

    de Meststoffenwet, de artikelen 7, 14, eerste lid, 19, 20, eerste lid, 21, 22, derde lid, en 26, zesde lid;

    de Waterwet, de artikelen 6.2, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6, eerste en tweede lid, 6.7, 6.8, 6.10, eerste lid, 6.20, derde lid, tenzij de desbetreffende vergunning uitsluitend berust op een verordening van een waterschap, en 10.1;

    de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, en artikel 2.3, aanhef en onder a;

    de Wet bestrijding ongevallen Noordzee, de artikelen 4, eerste, tweede, derde en vierde lid, en 15;

    de Wet bodembescherming, de artikelen 6 tot en met 13, 38 en 94;

    de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden: de artikelen 18, 19, 20, 22, eerste lid, 37, vierde, vijfde en zesde lid, 38, derde en vierde lid, 40, derde lid, 64, vierde, vijfde en zesde lid, 65, derde en vierde lid, 67, tweede lid, 78, eerste lid, 79, 80, 81, 87, zesde lid, en 118;

    de Wet houdende wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (landbouwkundig onmisbare gewasbeschermingsmiddelen): artikel II, derde en zesde lid, en bijlage;

    de Wet inzake de luchtverontreiniging, de artikelen 91, 92, onder a, in verband met artikel 48, en 92 , onder b;

    de Wet luchtvaart, de artikelen 6.51, eerste lid, 6.54, vierde lid, 6.55, eerste lid en 6.58, tweede lid, alsmede - voorzover aangeduid als strafbare feiten - overtredingen van voorschriften krachtens titel 6.5 van die wet gegeven;

    de Wet milieubeheer, artikel 1.2, eerste lid, – voor zover aangeduid als strafbare feiten –, en de artikelen 1.3a, vierde lid, 2.5, 8.40, eerste lid, 9.2.1.2, 9.2.1.5, 9.2.2.1, 9.2.2.6, 9.2.2.6a, 9.3.1, 9.3.3, eerste lid, 9.3a.3, eerste lid, 10.1, 10.2, eerste lid, 10.37, eerste lid, 10.39, eerste lid, 10.45, eerste lid, onderdeel b, 10.47, eerste lid, 10.54, eerste lid, 10.54a, eerste en derde lid, 10.56, eerste en tweede lid, 10.57, 10.60, eerste, tweede, derde en vierde lid, 16.5, eerste lid, 16.5, eerste lid, in verbinding met artikel 16.5, tweede lid, 16.12, derde lid, 16.12, derde lid, in verbinding met artikel 16.49, tweede lid, 16.13, 16.13 in verbinding met artikel 16.39h, 16.13 in verbinding met artikel 16.49, tweede lid, 16.14, 16.14 in verbinding met artikel 16.49, tweede lid, 16.21, 16.21 in verbinding met artikel 16.39h, 16.21 in verbinding met artikel 16.49, tweede lid, 16.39c, 16.39d, 16.39e, 16.39f, 16.39g, 16.39i, eerste lid, 16.49, eerste lid, 17.4 eerste lid, 17.12, eerste lid, 17.13, eerste lid, 17.19, vijfde lid 17.5b, 17.5c, tweede lid, en 17.5d in verbinding met 17.5b en 17.5c, tweede lid, en 18.18;

    de Wet van 2 juli 1992, Stb. 415, tot uitbreiding en wijziging van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne en daarmee samenhangende wijzigingen van andere wetten (milieubeleidsplanning en milieukwaliteitseisen; provinciale milieuverordening, totstandkoming algemene maatregelen van bestuur), artikel XIX, voor zover het betreft provinciale verordeningen, vastgesteld krachtens artikel 36 of artikel 41 van de Wet bodembescherming;

    de Wet veiligheidsregio’s, – voor zover aangeduid als strafbare feiten – de artikelen 48, eerste en zesde lid, en 50, tweede en derde lid;

    de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, de artikelen 4, 5, 10, 11, 21, 24, 27, 29, 31 en 33;

    de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, de artikelen 5, eerste lid, 12, eerste lid, tweede lid, onderdelen a en b, vierde, zesde, zevende en achtste lid, 12b, eerste lid, 12c, eerste en tweede lid, 12e, eerste lid, 13, 13a, eerste, tweede, derde en vierde lid, 23, eerste, tweede en vierde lid, 35, derde lid, 35a, derde lid en 36a, eerste lid;

  2. 2°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Bestrijdingsmiddelenwet 1962: artikel 16g, zesde lid;

    de Boswet, de artikelen 2, derde lid, 3, eerste en tweede lid, en 13, eerste lid;

    de Crisis- en herstelwet, artikel 2.16;

    de Flora- en faunawet, de artikelen 8, 9, 11, 12, 12a, 14, eerste, tweede en derde lid, 15, eerste en tweede lid, 15a, 15b, 17, 18, eerste lid, 26, derde en vijfde lid, 47, 73, 75e en 79, tweede lid;

    de Kernenergiewet, de artikelen 14, 22, eerste lid, 26, tweede lid, 28, 33, eerste lid, 37, eerste lid, 39, 67, eerste en vierde lid, 68 en 76, derde lid;

    de Monumentenwet 1988, de artikelen 11, 45, eerste lid, 53, eerste lid, en 56;

    de Natuurbeschermingswet 1998, de artikelen 16, 17, vierde lid, 19c, vierde lid, 19d, eerste lid, 19ke, vijfde lid, 19ia, eerste lid, in samenhang met 16, 19ia, derde lid, in samenhang met 19c, vierde lid, en 19kc, eerste lid, 19l, eerste lid, 20, derde lid, 21, tweede lid, 22, tweede lid, 46d, 47d, en 66;

    de Ontgrondingenwet, de artikelen 3, eerste en tweede lid, 3a, 7 en 12, eerste en tweede lid;

    de Waterwet, artikel 6.9;

    de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de artikelen 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, b, c, d, f, g, h en i, 2.3, aanhef en onder b, 2.3a, 2.24, eerste lid, en 2.25, tweede lid;

    de Wet bescherming Antarctica, de artikelen 3, eerste lid, 5, 6, eerste en tweede lid, 8, 25, eerste en tweede lid, 29 en 30;

    de Wet bodembescherming, de artikelen 20, 27, 28, 29, 30, tweede, derde en vierde lid, 31, 32, tweede lid, tweede volzin, 39, eerste, tweede en vierde lid, 39a, 39b, derde lid, vierde lid, eerste volzin, en vijfde lid, eerste volzin, 39c, eerste en derde lid, 39d, eerste en vijfde lid, 39e, 43, eerste, derde en vierde lid, 45, vierde lid, 49 juncto 30, tweede, derde en vierde lid, 55b, eerste lid, 63e, derde lid, tweede volzin, 63i, vijfde lid, tweede volzin, 63j, tweede lid, 70 en 72;

    de Wet milieubeheer, de artikelen 8.41, eerste, tweede en derde lid, 8.42, eerste lid, 8.42a, eerste lid, 8.43 9.2.1.3, 9.2.1.4, 9.2.2.2, 9.2.3.1, 9.2.3.2, 9.2.3.4, 9.2.3.5, tweede lid, 9.3.3, tweede en derde lid, 9.3a.3, tweede en derde lid, 9.4.4 tot en met 9.4.7, 10.15, eerste lid, 10.16, eerste lid, 10.17, eerste lid, 10.18, 10.20, eerste lid, 10.29, eerste lid, 10.30, eerste lid, 10.32, 10.38, 10.40, eerste en tweede lid, 10.40a, tweede lid, 10.41, eerste en tweede lid, 10.42, eerste lid, 10.43, eerste lid, 10.44, eerste en derde lid, 10.45, eerste lid, onderdeel a, 10.46, eerste lid, 10.48, derde lid, 10.51, eerste lid, 10.52, eerste lid, 10.55, 10.60, vijfde lid, onder a, onder b, in verbinding met onderdeel a, en onder c, 11.2, eerste, derde en vierde lid, 11.3, aanhef en onderdeel b, 12.20, eerste en tweede lid, 12.20a, eerste lid, in verbinding met 12.20, eerste lid, 12.29, aanhef en onder a tot en met c, 12.30, 15.32, eerste en tweede lid, 17.1, 17.2, 17.11, 17.12, tweede lid, en 17.13, tweede en zesde lid, 17.5a, eerste lid, en 17.5d, in verbinding met 17.5a, eerste lid;

    de Wet ruimtelijke ordening, artikel 7.2;

    de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, de artikelen 6, tweede lid, 10, eerste lid, 11, eerste en tweede lid, 12a, eerste tot en met vierde lid, 12d, eerste lid, en 12e, tweede lid;

    de Woningwet, de artikelen 1a, 1b, 7b, 14a, 16, 103 en 120, tweede lid;

  3. 3°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Flora- en faunawet, de artikelen 10, 16, 37, eerste en tweede lid, 38, eerste lid, 50, eerste, tweede en derde lid, 51, 52, 53, 54, eerste lid, 58, 59, tweede lid, 60, vijfde lid, 62, eerste lid, 63, eerste lid, 64, tweede lid, 67, zesde lid, 72, vijfde lid, 74, eerste lid, 74a, eerste lid, 81, eerste lid, en 111, eerste lid;

    de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, de artikelen 81f, 81g en 81h;

    de Kernenergiewet, de artikelen 36, eerste lid, en - voor zover aangeduid als strafbare feiten - 73;

    de Meststoffenwet, de artikelen 4, 5, 6, 9, tweede en derde lid, 11, vijfde lid, 13, vierde lid, 15, 16, 34, 35, 36, 37, 38, derde lid, en 40;

    de Waterwet, artikel 6.24, tweede lid, tenzij de desbetreffende vergunning uitsluitend berust op een verordening van een waterschap;

    de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikel 2.2 en artikel 2.3, aanhef en onder c;

    de Wet bescherming Antarctica, de artikelen 19, tweede lid, en 33;

    de Wet geluidhinder, de artikelen 2, 3, 8, 9, 10, 170, tweede lid, en 175;

    de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden: de artikelen 22, tweede lid, 36, derde lid, 71, eerste lid, 72, eerste tot en met derde lid, 75, 76, eerste lid, 78, tweede lid, en 115;

    de Wet inzake de luchtverontreiniging, de artikelen 92, onder a, in verband met de artikelen 13, 14 en 86, tweede lid, 92, onder c, en 92, onder d;

    de Wet luchtvaart, de artikelen 6.60, eerste lid, 6.61, tweede lid, 6.61a, en 6.62, tweede lid;

    de Wet milieubeheer, de artikelen 10.23 – voor zover aangeduid als strafbare feiten – , 10.60, zesde lid, onder a en onder b, in verbinding met onderdeel a, en zevende lid, onder a, onder b, in verbinding met onderdeel a, en onder c en artikel 12.14, eerste en tweede lid;

    de Wet van 13 mei 1993, Stb. 283, tot uitbreiding en wijziging van de Wet milieubeheer (afvalstoffen), artikel VII, voor zover het betreft gemeentelijke verordeningen, vastgesteld krachtens artikel 2 van de Afvalstoffenwet;

    de Wet vervoer gevaarlijke stoffen: de artikelen 47 en 48, tweede lid;

    de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, artikel 12, tweede lid, onderdeel c.

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Titel II. Van de straffen en maatregelen

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12 [Vervallen per 01-05-1983]

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15 [Vervallen per 01-09-1976]

Artikel 16

Titel III. Van de opsporing

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 23

Artikel 23a

Artikel 24

Artikel 24a

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27 [Vervallen per 01-05-2004]

Titel IV. Van voorlopige maatregelen

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 30a

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 32a

Titel V. Van handelingen in strijd met straffen en maatregelen

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35

Titel VI. Van de afdoening buiten geding

Artikel 36

Artikel 37

Titel VII. Van de bevoegdheid en de samenstelling der arrondissements-rechtbanken

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 40 [Vervallen per 01-07-1992]

Artikel 41 [Vervallen per 31-01-1958]

Artikel 42 [Vervallen per 31-01-1958]

Artikel 43

Artikel 44 [Vervallen per 18-07-1983]

Artikel 45

Titel VIII. Van de berechting in eerste aanleg

Artikel 46

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49 [Vervallen per 01-01-1976]

Artikel 50 [Vervallen per 01-01-1976]

Titel IX. Van het hoger beroep

Artikel 51 [Vervallen per 01-10-2000]

Artikel 52

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 55 [Vervallen per 01-10-2000]

Titel X

Artikel 56 [Vervallen per 01-10-2000]

Artikel 57 [Vervallen per 01-10-2000]

Titel XI. Van de contactambtenaren

Artikel 58

Titel XII. Overgangsbepalingen

Artikel 59

Artikel 60

Artikel 61 [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 62

Artikel 63

Titel XIII. Slotbepalingen

Artikel 64

Artikel 65

Artikel 66

Artikel 67

Artikel 68

Artikel 69

Artikel 70

Artikel 71

Artikel 72

Artikel 73

Artikel 74

Artikel 75

Artikel 76

Artikel 77

Artikel 78

Artikel 79

Artikel 80

Artikel 81

Artikel 82

Artikel 83

Artikel 84

Artikel 85

Artikel 86

Artikel 87