Home

Sanctiewet 1977

Geldig van 17 mei 2000 tot 1 april 2001
Geldig van 17 mei 2000 tot 1 april 2001

Sanctiewet 1977

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 17-05-2000 tot 01-04-2001]

Aanhef

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is over te gaan tot vernieuwing en uitbreiding van de wettelijke mogelijkheden om, ter uitvoering van internationale besluiten, aanbevelingen en afspraken, beperkingen vast te stellen voor de betrekkingen met bepaalde staten of gebieden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:

  1. sanctiebesluit: een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2;

  2. sanctieregeling: een regeling als bedoeld in artikel 2, tweede lid, of artikel 7;

  3. Onze Minister: Onze Minister van Buitenlandse Zaken in overeenstemming met Onze Minister wie het mede aangaat;

  4. bedrijfslichaam: een bedrijfslichaam als bedoeld in artikel 66, vierde lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie.

Artikel 2

1.

Ter voldoening aan verdragen, besluiten of aanbevelingen van organen van volkenrechtelijke organisaties, dan wel aan internationale afspraken, met betrekking tot de handhaving of het herstel van de internationale vrede en veiligheid of de bevordering van de internationale rechtsorde, kunnen bij algemene maatregel van bestuur de in de artikelen 3 en 4 omschreven regels worden vastgesteld.

2.

Indien de in de artikelen 3 en 4 omschreven regels uitsluitend strekken ter uitvoering van verplichtingen die voortvloeien uit verdragen of uit bindende besluiten van volkenrechtelijke organisaties kan Onze Minister deze vaststellen.

Artikel 3

1.

De in artikel 2 bedoelde regels kunnen betreffen het goederen-, diensten- en betalingsverkeer, de scheepvaart, de luchtvaart, het wegverkeer, de post en de telecommunicatie en al hetgeen overigens is vereist ter voldoening aan de verdragen, besluiten, aanbevelingen dan wel internationale afspraken, bedoeld in artikel 2, een en ander met betrekking tot de in de regels aangewezen staten of gebieden.

2.

Onder het in het eerste lid genoemde verkeer met betrekking tot de in de regels aangewezen staten of gebieden wordt begrepen iedere handeling, die kennelijk rechtstreeks is gericht op het bewerkstelligen van zulk verkeer.

3.

De in artikel 2 bedoelde regels kunnen mede voorschriften inhouden betreffende de in het verband van de onderwerpen, aangeduid in het eerste lid, gebruikelijke documenten.

4.

Deze wet laat de bevoegdheden krachtens de In- en uitvoerwet onverlet.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16