Home

Algemene wet bestuursrecht

Geldig van 9 november 2013 tot 1 januari 2014
Geldig van 9 november 2013 tot 1 januari 2014

Algemene wet bestuursrecht

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 09-11-2013 tot 01-01-2014]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 107, tweede lid, van de Grondwet de wet algemene regels van bestuursrecht dient vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Titel 1.1. Definities en reikwijdte

Artikel 1:1

1.

Onder bestuursorgaan wordt verstaan:

  1. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of

  2. een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.

2.

De volgende organen, personen en colleges worden niet als bestuursorgaan aangemerkt:

  1. de wetgevende macht;

  2. de kamers en de verenigde vergadering der Staten-Generaal;

  3. onafhankelijke, bij de wet ingestelde organen die met rechtspraak zijn belast, alsmede de Raad voor de rechtspraak en het College van afgevaardigden;

  4. de Raad van State en zijn afdelingen;

  5. de Algemene Rekenkamer;

  6. de Nationale ombudsman en de substituut-ombudsmannen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet Nationale ombudsman, en ombudsmannen en ombudscommissies als bedoeld in artikel 9:17, onderdeel b;

  7. de voorzitters, leden, griffiers en secretarissen van de in de onderdelen b tot en met f bedoelde organen, de procureur-generaal, de plaatsvervangend procureur-generaal en de advocaten-generaal bij de Hoge Raad, de besturen van de in onderdeel c bedoelde organen alsmede de voorzitters van die besturen, alsmede de commissies uit het midden van de in de onderdelen b tot en met f bedoelde organen;

  8. de commissie van toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, bedoeld in artikel 64 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002.

3.

Een ingevolge het tweede lid uitgezonderd orgaan, persoon of college wordt wel als bestuursorgaan aangemerkt voor zover het orgaan, de persoon of het college besluiten neemt of handelingen verricht ten aanzien van een ambtenaar als bedoeld in artikel 1 van de Ambtenarenwet als zodanig, zijn nagelaten betrekkingen of zijn rechtverkrijgenden, met uitzondering van een voor het leven benoemde ambtenaar werkzaam bij de Raad van State en zijn afdelingen en de Algemene Rekenkamer.

4.

De vermogensrechtelijke gevolgen van een handeling van een bestuursorgaan treffen de rechtspersoon waartoe het bestuursorgaan behoort.

Artikel 1:2

Artikel 1:3

Artikel 1:4

Artikel 1:5

Artikel 1:6

Titel 1.2. Uitvoering van bindende besluiten van organen van de Europese Gemeenschappen

Artikel 1:7

Artikel 1:8

Artikel 1:9

Hoofdstuk 2. Verkeer tussen burgers en bestuursorganen

Afdeling 2.1. Algemene bepalingen

Artikel 2:1

Artikel 2:2

Artikel 2:3

Artikel 2:4

Artikel 2:5

Afdeling 2.2. Gebruik van de taal in het bestuurlijk verkeer

Artikel 2:6

Artikel 2:7

Artikel 2:8

Artikel 2:9

Artikel 2:10

Artikel 2:11

Artikel 2:12

Afdeling 2.3. Verkeer langs elektronische weg

Artikel 2:13

Artikel 2:14

Artikel 2:15

Artikel 2:16

Artikel 2:17

Hoofdstuk 3. Algemene bepalingen over besluiten

Afdeling 3.1. Inleidende bepalingen

Artikel 3:1

Afdeling 3.2. Zorgvuldigheid en belangenafweging

Artikel 3:2

Artikel 3:3

Artikel 3:4

Afdeling 3.3. Advisering

Artikel 3:5

Artikel 3:6

Artikel 3:7

Artikel 3:8

Artikel 3:9

Artikel 3:9a

Afdeling 3.4. Uniforme openbare voorbereidingsprocedure

Artikel 3:10

Artikel 3:11

Artikel 3:12

Artikel 3:13

Artikel 3:14

Artikel 3:15

Artikel 3:16

Artikel 3:17

Artikel 3:18

Afdeling 3.5. Samenhangende besluiten

Paragraaf 3.5.1. Algemeen

Artikel 3:19

Paragraaf 3.5.2. Informatie

Artikel 3:20

Paragraaf 3.5.3. Coördinatie van besluitvorming en rechtsbescherming

Artikel 3:21
Artikel 3:22
Artikel 3:23
Artikel 3:24
Artikel 3:25
Artikel 3:26
Artikel 3:27
Artikel 3:28
Artikel 3:29
Artikel 3:30 [Vervallen per 01-07-2005]
Artikel 3:31 [Vervallen per 01-07-2005]
Artikel 3:32 [Vervallen per 01-07-2005]
Artikel 3:33 [Vervallen per 01-07-2005]

Afdeling 3.6. Bekendmaking en mededeling

Artikel 3:40

Artikel 3:41

Artikel 3:42

Artikel 3:43

Artikel 3:44

Artikel 3:45

Afdeling 3.7. Motivering

Artikel 3:46

Artikel 3:47

Artikel 3:48

Artikel 3:49

Artikel 3:50

Hoofdstuk 4. Bijzondere bepalingen over besluiten

Titel 4.1. Beschikkingen

Afdeling 4.1.1. De aanvraag

Artikel 4:1
Artikel 4:2
Artikel 4:3
Artikel 4:3a
Artikel 4:4
Artikel 4:5
Artikel 4:6

Afdeling 4.1.2. De voorbereiding

Artikel 4:7
Artikel 4:8
Artikel 4:9
Artikel 4:10 [Vervallen per 01-07-2005]
Artikel 4:11
Artikel 4:12

Afdeling 4.1.3. Beslistermijn

§ 4.1.3.1. Beslistermijn
Artikel 4:13
Artikel 4:14
Artikel 4:15
§ 4.1.3.2. Dwangsom bij niet tijdig beslissen
Artikel 4:16 [Vervallen per 01-10-2009]
Artikel 4:17
Artikel 4:18
Artikel 4:19
Artikel 4:20
§ 4.1.3.3. Positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen
Artikel 4:20a
Artikel 4:20b
Artikel 4:20c
Artikel 4:20d
Artikel 4:20e
Artikel 4:20f

Titel 4.2. Subsidies

Afdeling 4.2.1. Inleidende bepalingen

Artikel 4:21
Artikel 4:22
Artikel 4:23
Artikel 4:24

Afdeling 4.2.2. Het subsidieplafond

Artikel 4:25
Artikel 4:26
Artikel 4:27
Artikel 4:28

Afdeling 4.2.3. De subsidieverlening

Artikel 4:29
Artikel 4:30
Artikel 4:31
Artikel 4:32
Artikel 4:33
Artikel 4:34
Artikel 4:35
Artikel 4:36

Afdeling 4.2.4. Verplichtingen van de subsidie-ontvanger

Artikel 4:37
Artikel 4:38
Artikel 4:39
Artikel 4:40
Artikel 4:41

Afdeling 4.2.5. De subsidievaststelling

Artikel 4:42
Artikel 4:43
Artikel 4:44
Artikel 4:45
Artikel 4:46
Artikel 4:47

Afdeling 4.2.6. Intrekking en wijziging

Artikel 4:48
Artikel 4:49
Artikel 4:50
Artikel 4:51

Afdeling 4.2.7. Betaling en terugvordering

Artikel 4:52
Artikel 4:53
Artikel 4:54 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 4:55 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 4:56
Artikel 4:57

Afdeling 4.2.8. Per boekjaar verstrekte subsidies aan rechtspersonen

Paragraaf 4.2.8.1. Inleidende bepalingen
Artikel 4:58
Artikel 4:59
Paragraaf 4.2.8.2. De aanvraag
Artikel 4:60
Artikel 4:61
Artikel 4:62
Artikel 4:63
Artikel 4:64
Artikel 4:65
Paragraaf 4.2.8.3. De subsidieverlening
Artikel 4:66
Artikel 4:67
Paragraaf 4.2.8.4. Verplichtingen van de subsidie-ontvanger
Artikel 4:68
Artikel 4:69
Artikel 4:70
Artikel 4:71
Artikel 4:72
Paragraaf 4.2.8.5. De subsidievaststelling
Artikel 4:73
Artikel 4:74
Artikel 4:75
Artikel 4:76
Artikel 4:77
Artikel 4:78
Artikel 4:79
Artikel 4:80

Titel 4.3. Beleidsregels

Artikel 4:81

Artikel 4:82

Artikel 4:83

Artikel 4:84

Titel 4.4. Bestuursrechtelijke geldschulden

Afdeling 4.4.1. Vaststelling en inhoud van de verplichting tot betaling

Artikel 4:85
Artikel 4:86
Artikel 4:87
Artikel 4:88
Artikel 4:89
Artikel 4:90
Artikel 4:91
Artikel 4:92
Artikel 4:93
Artikel 4:94
Artikel 4:95
Artikel 4:96

Afdeling 4.4.2. Verzuim en wettelijke rente

Artikel 4:97
Artikel 4:98
Artikel 4:99
Artikel 4:100
Artikel 4:101
Artikel 4:102
Artikel 4:103

Afdeling 4.4.3. Verjaring

Artikel 4:104
Artikel 4:105
Artikel 4:106
Artikel 4:107
Artikel 4:108
Artikel 4:109
Artikel 4:110
Artikel 4:111

Afdeling 4.4.4. Aanmaning en invordering bij dwangbevel

Paragraaf 4.4.4.1. De aanmaning
Artikel 4:112
Artikel 4:113
Paragraaf 4.4.4.2. Invordering bij dwangbevel
Artikel 4:114
Artikel 4:115
Artikel 4:116
Artikel 4:117
Artikel 4:118
Artikel 4:119
Artikel 4:120
Artikel 4:121
Artikel 4:122
Artikel 4:123
Artikel 4:124

Afdeling 4.4.5. Bezwaar en beroep

Artikel 4:125

Titel 4.5. Nadeelcompensatie

Artikel 4:126 [Nog niet in werking]

Artikel 4:127 [Nog niet in werking]

Artikel 4:128 [Nog niet in werking]

Artikel 4:129 [Nog niet in werking]

Artikel 4:130 [Nog niet in werking]

Artikel 4:131 [Nog niet in werking]

Hoofdstuk 5. Handhaving

Titel 5.1. Algemene bepalingen

Artikel 5:1

Artikel 5:2

Artikel 5:3

Artikel 5:4

Artikel 5:5

Artikel 5:6

Artikel 5:7

Artikel 5:8

Artikel 5:9

Artikel 5:10

Artikel 5:10a

Titel 5.2. Toezicht op de naleving

Artikel 5:11

Artikel 5:12

Artikel 5:13

Artikel 5:14

Artikel 5:15

Artikel 5:16

Artikel 5:16a

Artikel 5:17

Artikel 5:18

Artikel 5:19

Artikel 5:20

Titel 5.3. Herstelsancties

Afdeling 5.3.1. Last onder bestuursdwang

Artikel 5:21
Artikel 5:22 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 5:23
Artikel 5:24
Artikel 5:25
Artikel 5:26 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 5:27
Artikel 5:28
Artikel 5:29
Artikel 5:30
Artikel 5:31
Artikel 5:31a
Artikel 5:31b
Artikel 5:31c

Afdeling 5.3.2. Last onder dwangsom

Artikel 5:31d
Artikel 5:32
Artikel 5:32a
Artikel 5:32b
Artikel 5:33
Artikel 5:34
Artikel 5:35
Artikel 5:36 [Vervallen per 01-07-2009]
Artikel 5:37
Artikel 5:38
Artikel 5:39

Titel 5.4. Bestuurlijke boete

Afdeling 5.4.1. Algemene bepalingen

Artikel 5:40
Artikel 5:41
Artikel 5:42
Artikel 5:43
Artikel 5:44
Artikel 5:45
Artikel 5:46
Artikel 5:47

Afdeling 5.4.2. De procedure

Artikel 5:48
Artikel 5:49
Artikel 5:50
Artikel 5:51
Artikel 5:52
Artikel 5:53
Artikel 5:54

Hoofdstuk 6. Algemene bepalingen over bezwaar en beroep

Afdeling 6.1. Inleidende bepalingen

Artikel 6:1

Artikel 6:2

Artikel 6:3

Afdeling 6.2. Overige algemene bepalingen

Artikel 6:4

Artikel 6:5

Artikel 6:6

Artikel 6:7

Artikel 6:8

Artikel 6:9

Artikel 6:10

Artikel 6:11

Artikel 6:12

Artikel 6:13

Artikel 6:14

Artikel 6:15

Artikel 6:16

Artikel 6:17

Artikel 6:18 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 6:19

Artikel 6:20

Artikel 6:21

Artikel 6:22

Artikel 6:23

Artikel 6:24

Hoofdstuk 7. Bijzondere bepalingen over bezwaar en administratief beroep

Afdeling 7.1. Bezwaarschrift voorafgaand aan beroep bij de bestuursrechter

Artikel 7:1

Artikel 7:1a

Afdeling 7.2. Bijzondere bepalingen over bezwaar

Artikel 7:2

Artikel 7:3

Artikel 7:4

Artikel 7:5

Artikel 7:6

Artikel 7:7

Artikel 7:8

Artikel 7:9

Artikel 7:10

Artikel 7:11

Artikel 7:12

Artikel 7:13

Artikel 7:14

Artikel 7:14a

Artikel 7:15

Afdeling 7.3. Bijzondere bepalingen over administratief beroep

Artikel 7:16

Artikel 7:17

Artikel 7:18

Artikel 7:19

Artikel 7:20

Artikel 7:21

Artikel 7:22

Artikel 7:23

Artikel 7:24

Artikel 7:25

Artikel 7:26

Artikel 7:27

Artikel 7:27a

Artikel 7:28

Artikel 7:29 [Vervallen per 01-01-1994]

Hoofdstuk 8. Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter

Titel 8.1. Algemene bepalingen over het beroep in eerste aanleg

Afdeling 8.1.1. Bevoegdheid

Artikel 8:1
Artikel 8:2
Artikel 8:3
Artikel 8:4
Artikel 8:5
Artikel 8:6
Artikel 8:7
Artikel 8:8
Artikel 8:9

Afdeling 8.1.2. Behandeling door een enkelvoudige, meervoudige of grote kamer

Artikel 8:10
Artikel 8:10a
Artikel 8:11
Artikel 8:12

Afdeling 8.1.2a. Conclusie

Artikel 8:12a

Afdeling 8.1.3. Verwijzing, voeging en splitsing

Artikel 8:13
Artikel 8:13a [Vervallen per 01-01-2013]
Artikel 8:14

Afdeling 8.1.4. Wraking en verschoning van rechters

Artikel 8:15
Artikel 8:16
Artikel 8:17
Artikel 8:18
Artikel 8:19
Artikel 8:20

Afdeling 8.1.5. Partijen

Artikel 8:21
Artikel 8:22
Artikel 8:23
Artikel 8:24
Artikel 8:25
Artikel 8:26
Artikel 8:27
Artikel 8:28
Artikel 8:28a
Artikel 8:29
Artikel 8:30
Artikel 8:31
Artikel 8:32

Afdeling 8.1.6. Getuigen, deskundigen en tolken

Artikel 8:33
Artikel 8:34
Artikel 8:35
Artikel 8:36

Afdeling 8.1.7. Verzending van stukken

Artikel 8:37
Artikel 8:38
Artikel 8:39
Artikel 8:40
Artikel 8:40a

Titel 8.2. Behandeling van het beroep in eerste aanleg

Afdeling 8.2.1. Griffierecht

Artikel 8:41

Afdeling 8.2.1a. Algemene bepaling

Artikel 8:41a

Afdeling 8.2.2. Vooronderzoek

Artikel 8:42
Artikel 8:43
Artikel 8:44
Artikel 8:45
Artikel 8:45a
Artikel 8:46
Artikel 8:47
Artikel 8:48
Artikel 8:49
Artikel 8:50
Artikel 8:51

Afdeling 8.2.2a. Bestuurlijke lus

Artikel 8:51a
Artikel 8:51b
Artikel 8:51c
Artikel 8:51d

Afdeling 8.2.3. Versnelde behandeling

Artikel 8:52
Artikel 8:53

Afdeling 8.2.4. Vereenvoudigde behandeling

Artikel 8:54
Artikel 8:54a
Artikel 8:55

Afdeling 8.2.4a. Beroep bij niet tijdig handelen

Artikel 8:55a [Vervallen per 01-10-2009]
Artikel 8:55b
Artikel 8:55c
Artikel 8:55d
Artikel 8:55e
Artikel 8:55f

Afdeling 8.2.5. Onderzoek ter zitting

Artikel 8:56
Artikel 8:57
Artikel 8:58
Artikel 8:59
Artikel 8:60
Artikel 8:60a
Artikel 8:61
Artikel 8:62
Artikel 8:63
Artikel 8:64
Artikel 8:65

Afdeling 8.2.6. Uitspraak

Artikel 8:66
Artikel 8:67
Artikel 8:68
Artikel 8:69
Artikel 8:69a
Artikel 8:70
Artikel 8:71
Artikel 8:72
Artikel 8:72a
Artikel 8:73 [Vervallen per 01-07-2013]
Artikel 8:73a [Vervallen per 01-07-2013]
Artikel 8:74
Artikel 8:75
Artikel 8:75a
Artikel 8:76
Artikel 8:77
Artikel 8:78
Artikel 8:79
Artikel 8:80

Afdeling 8.2.7. Tussenuitspraak

Artikel 8:80a
Artikel 8:80b

Titel 8.3. Voorlopige voorziening en onmiddellijke uitspraak in de hoofdzaak

Artikel 8:81

Artikel 8:82

Artikel 8:83

Artikel 8:84

Artikel 8:85

Artikel 8:86

Artikel 8:87

Titel 8.4. Schadevergoeding

Artikel 8:88

Artikel 8:89

Artikel 8:90

Artikel 8:91

Artikel 8:92

Artikel 8:93

Artikel 8:94

Artikel 8:95

Titel 8.5. Hoger beroep

Artikel 8:104

Artikel 8:105

Artikel 8:106

Artikel 8:107

Artikel 8:108

Artikel 8:109

Artikel 8:110

Artikel 8:111

Artikel 8:112

Artikel 8:113

Artikel 8:114

Artikel 8:115

Artikel 8:116

Artikel 8:117

Artikel 8:118

Titel 8.6. Herziening

Artikel 8:119

Hoofdstuk 9. Klachtbehandeling

Titel 9.1. Klachtbehandeling door een bestuursorgaan

Afdeling 9.1.1. Algemene bepalingen

Artikel 9:1
Artikel 9:2
Artikel 9:3

Afdeling 9.1.2. De behandeling van klaagschriften

Artikel 9:4
Artikel 9:5
Artikel 9:6
Artikel 9:7
Artikel 9:8
Artikel 9:9
Artikel 9:10
Artikel 9:11
Artikel 9:12
Artikel 9:12a

Afdeling 9.1.3. Aanvullende bepalingen voor een klachtadviesprocedure

Artikel 9:13
Artikel 9:14
Artikel 9:15
Artikel 9:16

Titel 9.2. Klachtbehandeling door een ombudsman

Afdeling 9.2.1. Algemene bepalingen

Artikel 9:17
Artikel 9:18
Artikel 9:19
Artikel 9:20
Artikel 9:21

Afdeling 9.2.2. Bevoegdheid

Artikel 9:22
Artikel 9:23
Artikel 9:24
Artikel 9:25
Artikel 9:26
Artikel 9:27

Afdeling 9.2.3. Procedure

Artikel 9:28
Artikel 9:29
Artikel 9:30
Artikel 9:31
Artikel 9:32
Artikel 9:33
Artikel 9:34
Artikel 9:35
Artikel 9:36

Hoofdstuk 10. Bepalingen over bestuursorganen

Titel 10.1. Mandaat, delegatie en attributie

Afdeling 10.1.1. Mandaat

Artikel 10:1
Artikel 10:2
Artikel 10:3
Artikel 10:4
Artikel 10:5
Artikel 10:6
Artikel 10:7
Artikel 10:8
Artikel 10:9
Artikel 10:10
Artikel 10:11
Artikel 10:12

Afdeling 10.1.2. Delegatie

Artikel 10:13
Artikel 10:14
Artikel 10:15
Artikel 10:16
Artikel 10:17
Artikel 10:18
Artikel 10:19
Artikel 10:20
Artikel 10:21

Afdeling 10.1.3. Attributie

Artikel 10:22
Artikel 10:23

Titel 10.2. Toezicht op bestuursorganen

Afdeling 10.2.1. Goedkeuring

Artikel 10:25
Artikel 10:26
Artikel 10:27
Artikel 10:28
Artikel 10:29
Artikel 10:30
Artikel 10:31
Artikel 10:32

Afdeling 10.2.2. Vernietiging

Artikel 10:33
Artikel 10:34
Artikel 10:35
Artikel 10:36
Artikel 10:37
Artikel 10:38
Artikel 10:39
Artikel 10:40
Artikel 10:41
Artikel 10:42

Afdeling 10.2.3. Schorsing

Artikel 10:43
Artikel 10:44
Artikel 10:45

Hoofdstuk 11. Slotbepalingen

Artikel 11:1 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 11:2

Artikel 11:3

Artikel 11:4

Bijlage 1. : Regeling rechtstreeks beroep ( artikel 7:1, eerste lid, onderdeel g )

Bijlage 2. : Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak ( artikelen 8:5 , 8:6 , 8:7 , 8:105 en 8:106 )

Bijlage 3. : Regeling verlaagd griffierecht ( artikelen 8:41 en 8:109 )