Home

Sanctieregeling Somalië 2003

Geldig vanaf 12 juni 2024
Geldig vanaf 12 juni 2024

Sanctieregeling Somalië 2003

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 12-06-2024]

Aanhef

De Minister van Buitenlandse Zaken, in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op Verordening (EG) nr. 147/2003 van de Raad van de Europese Unie van 27 januari 2003 betreffende een aantal beperkende maatregelen ten aanzien van Somalië (Pb EG L 24);

Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt van de Raad van de Europese Unie van 10 december 2002 (2002/960/GBVB) betreffende beperkende maatregelen tegen Somalië (Pb EG L 334);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977,

Besluit:

Artikel 1

1.

Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 1, 2, 3 bis, 3 ter, eerste lid, en 3 quater, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 147/2003 van de Raad van de Europese Unie van 27 januari 2003 betreffende een aantal beperkende maatregelen ten aanzien van Somalië (Pb EG L 24).

2.

Het verbod te handelen in strijd met artikel 1 van Verordening (EG) nr. 147/2003 is niet van toepassing in geval toepassing is gegeven aan artikel 3, eerste, tweede en vierde lid, van de verordening.

3.

Het verbod te handelen in strijd met artikel 3 ter, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 147/2003 is niet van toepassing in geval artikel 3 ter, derde lid, van de verordening van toepassing is.

Artikel 1a

1.

Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2, 8, 9, van Verordening (EU) nr. 356/2010 van de Raad van de Europese Unie van 26 april 2010 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, in het licht van de situatie in Somalië (Pb EU L 105).

2.

Een verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet indien artikel 3, 4, eerste lid, 5 of 6 van Verordening (EU) nr. 356/2010 van toepassing is.

Artikel 2

1.

Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen 2012, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te verkopen of te leveren aan, door of uit te voeren naar, over te dragen aan, daaronder begrepen over te brengen naar, entiteiten of personen in Somalië of voor gebruik in Somalië, ongeacht het land van herkomst.

2.

Het eerste lid is niet van toepassing in geval het een levering, verkoop of overdracht betreft van:

  1. materieel dat uitsluitend bestemd is voor de regering van de Federale Republiek Somalië, het Somalische nationale leger, de nationale inlichtingen- en veiligheidsdienst, de Somalische nationale politie of de Somalische gevangenbewaarders, of

  2. materieel dat uitsluitend bestemd is voor de federale lidstaten en regionale overheden van Somalië of aan gemachtigde particuliere beveiligingsondernemingen die in Somalië actief zijn. Voor leveringen van de in de bijlagen II en III van Besluit 2010/231/GBVB vermelde goederen is goedkeuring of kennisgeving vereist, en wel als volgt:

    • het leveren, verkopen of overdragen van wapentuig en alle soorten aanverwant materieel zoals vermeld in bijlage II van Besluit 2010/231/GBVB aan de federale lidstaten en regionale overheden van Somalië of aan gemachtigde particuliere beveiligingsondernemingen die in Somalië actief zijn om internationale en handelsgebouwen en het betreffende personeel in Somalië te beveiligen, kan worden uitgevoerd indien het Sanctiecomité van de VN-Veiligheidsraad uit hoofde van Resolutie 2713 (2023) betreffende Al-Shabaab (hierna: het ‘Sanctiecomité’) binnen vijf werkdagen na ontvangst van een kennisgeving van de regering van de Federale Republiek Somalië geen negatief besluit heeft genomen;

    • van het leveren, verkopen of overdragen van wapentuig en alle soorten aanverwant materieel zoals vermeld in bijlage III van Besluit 2010/231/GBVB aan de federale lidstaten en regionale overheden van Somalië of aan gemachtigde particuliere beveiligingsondernemingen die in Somalië actief zijn om internationale en handelsgebouwen en het betreffende personeel in Somalië te beveiligen, dient ten minste vijf werkdagen van tevoren door de regering van de Federale Republiek Somalië aan het Sanctiecomité ter kennis worden gebracht;

  3. materieel dat uitsluitend bestemd is ter ondersteuning van of voor gebruik door personeel van de Verenigde Naties, met inbegrip van de bijstandsmissie van de Verenigde Naties in Somalië (UNSOM) en het ondersteuningsbureau van de VN in Somalië (UNSOS);

  4. materieel dat uitsluitend bestemd is ter ondersteuning van of voor gebruik door de overgangsmissie van de Afrikaanse Unie in Somalië (ATMIS), de landen die haar troepen en politie-eenheden leveren, en haar strategische partners, die uitsluitend optreden op basis van het meest recente strategisch concept van de Afrikaanse Unie (AU), en in samenwerking en samenspraak met ATMIS;

  5. materieel dat uitsluitend bestemd is ter ondersteuning van of voor gebruik door: de Europese Unie voor opleidings- en ondersteuningsactiviteiten, Turkije, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland of de Verenigde Staten van Amerika, alsmede alle andere staatstroepen die een overeenkomst inzake de status van de strijdkrachten of een memorandum van overeenstemming met de regering van de Federale Republiek Somalië hebben, mits zij het Sanctiecomité van dergelijke overeenkomsten in kennis stellen;

  6. beschermende kledingstukken, waaronder scherfwerende vesten en militaire helmen, die door personeel van de Verenigde Naties, vertegenwoordigers van de media, particuliere beveiligingscontractanten, medewerkers van humanitaire organisaties of ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel louter voor persoonlijk gebruik tijdelijk naar Somalië worden uitgevoerd;

  7. niet-dodelijke militaire uitrusting, uitsluitend voor humanitair gebruik of ter bescherming, door de lidstaat of internationale, regionale of subregionale organisaties;

  8. materieel of militaire uitrusting voor defensieve doeleinden, vervoerd door vaartuigen die Somalische havens binnenvaren voor een tijdelijk bezoek, mits deze goederen te allen tijde aan boord van die vaartuigen blijven.

3.

Het is verboden wapentuig dat of militaire uitrusting die overeenkomstig het tweede lid, onderdeel a, b, c, d of e, is verkocht, geleverd of overgedragen, te leveren, door te verkopen, over te dragen of voor gebruik beschikbaar te stellen aan personen of entiteiten die niet in dienst zijn van de ontvanger waaraan deze oorspronkelijk zijn verkocht of geleverd, of aan de verkopende of leverende lidstaat of de internationale, regionale of subregionale organisatie.

Artikel 2a

Artikel 3

Artikel 4