Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2, 5, eerste en tweede lid, 11, eerste lid, en 12 van Verordening 224/2014 van de Raad van de Europese Unie van 10 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (Pb 2014, L70).
Sanctieregeling Centraal-Afrikaanse Republiek 2014
Sanctieregeling Centraal-Afrikaanse Republiek 2014
Opschrift
Aanhef
De Minister van Buitenlandse Zaken, handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Financiën;
Gelet op Verordening 224/2014 van de Raad van de Europese Unie van 10 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (Pb 2014, L70);
Gelet op Besluit 2013/798/GBVB van de Raad van 23 december 2013 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Centraal-Afrikaanse Republiek (Pb 2013, L51);
Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;
Besluit:
Artikel 1
Artikel 2
Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen 2012, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te verkopen of te leveren aan, door of uit te voeren naar, dan wel over te dragen aan, daaronder begrepen over te brengen naar, personen of entiteiten in de Centraal-Afrikaanse Republiek, ongeacht of de goederen afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Unie.
Het eerste lid is niet van toepassing in geval het een levering, verkoop, uitvoer of overdracht betreft van:
goederen als bedoeld in het eerste lid die uitsluitend bestemd zijn voor de ondersteuning van, of voor gebruik door, de Multidimensionale Geïntegreerde Stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in de Centraal-Afrikaanse Republiek (United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in the CAR – ‘MINUSCA’), de missies van de Europese Unie, de in de Centraal-Afrikaanse Republiek ingezette Franse troepen, alsmede andere troepen van lidstaten van de Verenigde Naties die opleiding en bijstand verstrekken, na kennisgeving van de transactie aan het Comité, bedoeld in paragraaf 57 van Resolutie 2127 (2013) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties;
goederen als bedoeld in het eerste lid die bestemd zijn voor Tsjadische of Sudanese troepen en uitsluitend voor gebruik in internationale patrouilles van de tripartiete strijdmacht die op 23 mei 2011 door de Centraal-Afrikaanse Republiek, Tsjaad en Sudan in Khartoem is opgericht om de grensgebieden beter te beveiligen in samenwerking met Minusca, na kennisgeving van de transactie aan het Comité, bedoeld in paragraaf 57 van Resolutie 2127 (2013) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties;
beschermende kledij, waaronder kogelwerende vesten en militaire helmen, die door VN-personeel, personeel van de Europese Unie of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties, ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel voor hun eigen bescherming tijdelijk naar de Centraal-Afrikaanse Republiek wordt uitgevoerd;
handvuurwapens en aanverwante uitrusting, uitsluitend bedoeld voor gebruik in internationaal geleide patrouilles ten behoeve van de beveiliging in het Sangha River Tri–national Protected Area alsmede voor gebruik door gewapende wildopzichters van het Chinko Project of het nationaal park Bamingui-Bangoran ter bestrijding van stropen, smokkel van ivoor en wapens, en ter bestrijding van andere activiteiten die in strijd zijn met de nationale wetten of internationale wettelijke verplichtingen van de Centraal-Afrikaanse Republiek, na kennisgeving aan het Comité, bedoeld in paragraaf 57 van Resolutie 2127 (2013) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties;
wapens en munitie, militaire voertuigen en militaire uitrusting, paramilitaire uitrusting, en reserveonderdelen voor het bovengenoemde, alsmede het bieden van daaraan gerelateerde steun, advies en opleiding, aan de veiligheidstroepen van de Centraal-Afrikaanse Republiek, met inbegrip van de civiele rechtshandhavingsinstanties van die staat.
Het eerste lid is niet van toepassing in geval door het Comité, bedoeld in paragraaf 57 van Resolutie 2127 (2013) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, vooraf goedkeuring is verleend aan een levering, verkoop of overdracht van:
niet-dodelijke militaire uitrusting of aanverwante technische bijstand die uitsluitend bestemd is voor humanitaire of beschermende doeleinden;
wapens en aanverwant materieel, en aanverwante technische of financiële bijstand, met inbegrip van personeel.