Home

Wet op de economische delicten

Geldig van 1 februari 2005 tot 25 februari 2005
Geldig van 1 februari 2005 tot 25 februari 2005

Wet op de economische delicten

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-02-2005 tot 25-02-2005]

Aanhef

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, het Besluit berechting economische delicten te vervangen door een wet, die de doeltreffendheid bevordert van de opsporing, vervolging en berechting van handelingen, welke schadelijk zijn voor het economische leven, en die in het bijzonder daarin meer eenheid brengt;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Titel I. Van de economische delicten

Artikel 1

Economische delicten zijn:

  1. 1°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Distributiewet 1939, de artikelen 4, 5, 6, 7, 8, 15, tweede, vierde en vijfde lid, 16 en 17;

    de Diergeneesmiddelenwet, de artikelen 2, eerste lid, 7, 13, 17, eerste lid, 18, 21, eerste lid, 24, tweede lid, 30, eerste lid, 31, eerste lid, 32, 33, 37, eerste lid, 38, 44, eerste lid, en 49;

    de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, de artikelen 17 tot en met 21, 25, 26, 29, 30, 31b, 98, 100 en 101a;

    de Hamsterwet, de artikelen 3 en 4;

    de In- en uitvoerwet, de artikelen 2, eerste en vierde lid, 2a, eerste, derde en vijfde lid, 5, 7, eerste lid, en 18, voor zover betrekking hebbende op goederen die in een krachtens die wet vastgesteld invoer- of uitvoerbesluit onderscheidenlijk krachtens artikel 2, vierde lid, of 7, eerste lid, van die wet vastgestelde ministeriële regeling worden aangemerkt als strategische goederen, artikel 2a, zesde lid, en artikel 3;

    de Kaderwet diervoeders, de artikelen 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 16, 26, 27, 28, 29, 31, 32, 33, onderdelen a, b, c en e, 34, 37 en 39;

    de Landbouwwet, artikel 19;

    de Noodwet financieel verkeer, de artikelen 3, 4, 5, 6, 11, 12, 17, 18, 26 en 28, tweede lid;

    de Noodwet voedselvoorziening, de artikelen 6, 7, 9, 10, 11, tweede lid, 12, 13, 22, 23, 24, eerste lid, 25 en 29;

    de Overgangswet elektriciteitsproductiesector, de artikelen 8, tweede lid, en 12;

    de Prijzennoodwet, de artikelen 5, 6, tweede lid, en - voor zover aangeduid als strafbare feiten - 8 en 9;

    de Sanctiewet 1977, de artikelen 2, 7 en 9, voor zover betrekking hebbend op de onderwerpen, bedoeld in artikel 3;

    de Spoorwegwet, artikel 96, tweede lid;

    de Telecommunicatiewet, de artikelen 3.3, eerste lid, 3.10, 10.5, 10.16, eerste lid, 10.19, eerste lid, 15.2a, 18.8 en 18.9;

    de Uitvoeringswet verdrag biologische wapens, de artikelen 2, eerste en derde lid, 3 en 4;

    de Uitvoeringswet verdrag chemische wapens, de artikelen 2 en 3, eerste lid;

    de Wet goedkeuring en uitvoering Markham-overeenkomst artikel 6;

    de Wet financiële betrekkingen buitenland 1994, artikel 5, eerste lid;

    de Wet herstructurering varkenshouderij, de artikelen 15 en 27, derde lid;

    de Wet op de geneesmiddelenvoorziening, de artikelen 2, derde lid en 3, vierde lid;

    de Wet voorkoming misbruik chemicaliën, artikelen 2, 3, 5, 10 onder a, en 12.

  2. 2°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Bodemproductiewet 1939, artikel 3;

    Diergeneesmiddelenwet, de artikelen 19, 35, 36, 41, 42 en 45, derde lid;

    de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, de artikelen 3 tot en met 13, 66, 68, 73, eerste lid, 77 tot en met 80, 96, 97, 99, 101, 102 tot en met 105, 107, 111 en 120;

    de In- en uitvoerwet, de artikelen 2, eerste en vierde lid, 2a, eerste en derde lid, 5, 7, eerste lid, en 18, voor zover niet betrekking hebbende op goederen die in een krachtens die wet vastgesteld invoer- of uitvoerbesluit onderscheidenlijk krachtens artikel 2, vierde lid, of 7, eerste lid, van die wet vastgestelde ministeriële regeling worden aangemerkt als strategische goederen, alsmede de artikelen 2b, 4, eerste lid, onder a, c en e, en derde lid juncto eerste lid, onder a, c en e, en - voor zover aangeduid als strafbare feiten - 17;

    de Kaderwet diervoeders, de artikelen 10, 22 en 35;

    de Landbouwwet, de artikelen 17, 18, 20, 22, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 47, en 51;

    de Mijnbouwwet, de artikelen 6, 13, tweede lid, 22, vijfde lid, 23, 25, 29, eerste lid, 34, 35, tweede lid, 36, tweede en derde lid, 39, 40, 41, 42, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 91, tweede lid, 102, 120, 123, 130 en 151;

    de Telecommunicatiewet, de artikel 2.1, eerste en vijfde lid, eerste volzin, 3.8, eerste tot en met derde lid, 4.1, vierde lid, 4.2, vijfde en tiende lid, 4.4, vijfde lid, 10.8, 10.17, 11.7, derde lid, 13.1, 13.2, 13.2a, 13.5 en 13.8;

    de verordening (EG) nr. 2271/96 van de Raad van de Europese Unie van 22 november 1996 tot bescherming tegen de gevolgen van de extraterritoriale toepassing van rechtsregels uitgevaardigd door een derde land en daarop gebaseerde of daaruit voortvloeiende handelingen (PbEG L 309), artikel 2, eerste en tweede alinea, en artikel 5, eerste alinea;

    de verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van de Europese Unie van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PbEG L 181), artikel 6, eerste lid, eerste en tweede volzin;

    de Wet tot behoud van cultuurbezit, de artikelen 7, 8, 9, 14a en 14b;

    de Wet explosieven voor civiel gebruik, de artikelen 3, 10 en 17, eerste lid;

    de Wet financiële betrekkingen buitenland 1994, de artikelen 3, 4, 6, derde lid, en 8;

    de Wet identificatie bij dienstverlening, de artikelen 2, eerste, tweede en zevende lid, 5, 6, 7 en 8;

    de Wet inzake de geldtransactiekantoren, de artikelen 3, eerste lid, 4, derde lid, 5, derde lid, 8, derde en vijfde lid, 9, eerste lid, 10, 11, 15, tweede en derde lid;

    de Wet kinderopvang, de artikelen 45 en 66;

    de Wet laden en lossen zeeschepen, artikel 19, tweede tot en met vijfde lid;

    de Wet medefinanciering aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, artikel 11, eerste en tweede lid;

    de Wet melding ongebruikelijke transacties, de artikelen 9, 10, tweede lid, en 19, alsmede voor zover aangeduid als strafbare feiten, overtreding van krachtens artikel 11 gegeven voorschriften;

    de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996, de artikelen 2, 2a, 3, eerste lid, 6, eerste lid, 6a, 6b, 8, eerste lid, tweede volzin, derde en vierde lid, en 14, tweede lid;

    de Wet op het notarisambt, artikel 127, tweede lid;

    de Wet tarieven gezondheidszorg, de artikelen 2, 2a, 2b, 17f, 30 en 30a;

    de Wet toezicht beleggingsinstellingen, de artikelen 4, eerste lid, 8, 10, 11, eerste lid, 12, eerste, tweede, derde, vijfde en zesde lid, 14, tweede lid, 16, derde en vierde lid, 17, vijfde en zevende lid, 19, tweede en derde lid, voor zover het betreft het voorschrift van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht en het voorschrift inzage te verlenen in zakelijke gegevens en bescheiden, 20, 22, tweede lid, 24, 27b, tweede lid, en 27c, tweede lid;

    de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de artikelen 3, eerste lid, 4, tweede lid, 5, eerste en derde lid, 6, tweede lid, 6a, eerste en derde lid, 6b, 6c, tweede lid, 7, eerste, derde en zevende lid, 10, tweede lid, 11, eerste lid, 11a, derde, vierde en zevende lid, 12, tweede en vierde lid, 13, zevende en negende lid, 16, eerste, achtste, elfde en twaalfde lid, 17, eerste en tweede lid, 18, tweede lid, 18a, eerste lid, 18b, tweede lid, 19, tweede lid, 22, eerste, derde en vijfde lid, 24, eerste en derde lid, 25, tweede lid, 26a, eerste, vijfde en zesde lid, 27, derde lid, 28, derde lid, 29, tweede en derde lid, voor zover het betreft het voorschrift van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht en het voorschrift inzage te verlenen in zakelijke gegevens en bescheiden, 31, eerste en tweede lid, 36, tweede lid, 37, tweede lid, 45, vierde lid, 46a, eerste lid, 46b, eerste, derde en vijfde lid, eerste volzin, en 46d;

    de Wet toezicht kredietwezen 1992, de artikelen 6, eerste lid, 7a, eerste en tweede lid, 14, eerste, derde, vierde en vijfde lid, 15, vierde en vijfde lid, 16, eerste, zevende en achtste lid, 16a, eerste lid, 23, eerste, vierde en vijfde lid, 24, eerste, vierde, vijfde en zesde lid, 28, tweede lid en vijfde lid, onder a, 29, tweede lid, 30, vierde en vijfde lid, 30d, eerste, tweede en vierde lid, 31, eerste lid, onder a en eerste lid, onder b, 32, onder a, onder b, 32a, eerste lid, onder a, onder b, 36, 38, eerste lid, 38a, eerste lid, 43, 54, tweede lid, voor zover het betreft het voorschrift van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht en het voorschrift inzage te verlenen in zakelijke gegevens en bescheiden, 55, vierde, zesde en zevende lid, 56, eerste, tweede en derde lid, 56a, 58, tweede lid, 62, eerste, tweede en derde lid, 63, 64, tweede lid, 66, tweede lid, 66a, tweede lid, 69, 72, derde lid, 81, vijfde lid, 82, eerste en zevende lid, 83, eerste en vierde lid, 84, tweede en vierde lid en 85;

    de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, de artikelen 11, 26, eerste lid, eerste en tweede volzin, 27, tweede lid, 27, derde lid, onderdeel a, 27, vijfde lid, eerste volzin, 27a, tweede en vierde lid, 28, tweede lid, 28, derde lid, voor zover het betreft het voorschrift van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht en het voorschrift inzage te verlenen in zakelijke gegevens en bescheiden, 29, zesde lid, laatste volzin, 33, tweede lid, 33a, tweede lid, 33a, derde lid, 33b, 33c, eerste lid, 36, eerste lid, 37, 39, eerste lid, 39, tweede lid, 41, 46, 51, vierde lid, 56, eerste lid, 56, tweede lid, 59, eerste lid, 64, eerste lid, 82, eerste lid, 82, vierde lid en zesde lid, 85, eerste lid, 86, 89, tweede lid, 90, tweede lid;

    de Wet toezicht trustkantoren, de artikelen 2, eerste en derde tot en met vijfde lid, 3, derde lid, 5, 9, tweede en derde lid, voor zover het betreft het voorschrift van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht en het voorschrift inzage te verlenen in zakelijke gegevens en bescheiden, 10, 11, 14, tweede lid, en 16, tweede lid

    de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, de artikelen 24, eerste lid, 42, tweede lid, 53, eerste en tweede volzin, 54, tweede lid, 54, derde lid, onderdeel a, 54, vijfde lid, eerste volzin, 54a, tweede en vierde lid, 55, tweede lid, , 55, derde lid, voor zover het betreft het voorschrift van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht en het voorschrift inzage te verlenen in zakelijke gegevens en bescheiden, 56, zesde lid, laatste volzin, 57, tweede volzin, voor zover het betreft het voorschrift op grond van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht inzage te verlenen in zakelijke gegevens en bescheiden, 64, eerste lid, 64, tweede lid, 67, eerste lid, 67, tweede lid, 68, eerste lid, 69i, derde lid, tweede volzin, 69j, eerste lid, 69k, eerste lid, eerste volzin, 72, tweede lid, 72a, tweede lid, 72a, derde lid, 72b, 73c, eerste lid, 76, eerste lid, 89, eerste lid, 89, tweede lid, 95, eerste lid, 95, tweede lid, 96, eerste lid, 100, tweede lid, 100a, tweede lid, 100a, derde lid, 100b, eerste lid, 104, eerste lid, 115, vijfde lid, 120, vierde lid, 137, eerste lid, 140, eerste lid, 141, derde lid, 143, eerste lid, 146, eerste lid, 147, derde lid, 147c, vijfde lid, 147d, derde lid, laatste volzin, 147h, tweede volzin, 147i, eerste, tweede en vierde lid, 147k, vijfde lid, derde en laatste volzin, 147k, zevende lid, 147l, tweede lid, 147m, vierde lid, laatste volzin, 153, eerste lid, 175, eerste lid, 175, vierde lid, 175, zesde lid, 177, eerste lid, 178, eerste lid, 179, tweede lid, 179, negende lid, 180, 181, eerste lid, 181, tweede lid, 181, derde lid, 181, zesde lid, laatste volzin, 181, zevende lid, 184, tweede lid, 185, tweede lid;

    de Wet voorkoming misbruik chemicaliën, artikel 10, onder b;

    de Woningwet, artikel 103;

  3. 3°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Arbeidstijdenwet, artikel 8:3, eerste lid, en een niet naleven als bedoeld in artikel 11:3, eerste tot en met derde lid;

    de Prijzenwet, de artikelen 2, 2b, 3, en - voor zover aangeduid als strafbare feiten - 11;

    de verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van de Europese Unie van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht (PbEG L 227), de artikelen 13, tweede lid, 17, eerste en tweede lid en 18, derde lid.

    de Warenwet, artikel 21;

    de Wet luchtvaart, artikel 6.52;

    de Wet op de kansspelen, de artikelen 1, onder a, b en d, 7, 7c, tweede lid, 13, 14, 27, 28, 30b, eerste lid, 30d, eerste lid, 30g, eerste lid, 30h, eerste lid, 30i, eerste lid, onder b, 30j, eerste lid, 30m, eerste lid, 30q, derde lid, 30r, derde en vierde lid, 30t, eerste, tweede en vijfde lid, 30u, eerste lid, 30x en 30z;

    de Wet personenvervoer 2000, artikel 4;

    de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de artikelen 46 en 47;

    de Woningwet, artikel 120;

    de Zaaizaad- en Plantgoedwet, de artikelen 40, 41, 41a, 41b, 80, 81, 83 tot en met 85, 87, 91, vierde lid, en 94;

    de verordening (EG) nr. 2100/94 van de Raad van de Europese Unie van 27 juli 1994 inzake het communautaire kwekersrecht (PbEG L 227), de artikelen 13, tweede lid, 17, eerste en tweede lid en 18, derde lid.

    de Arbeidsomstandighedenwet 1998, de artikelen 6, eerste lid, eerste volzin, 10, 28, zevende lid, 32 en de handeling of het nalaten, bedoeld in artikel 33, derde lid alsmede– voorzover aangewezen als strafbare feiten – de artikelen 6, eerste lid, tweede volzin, en 16, tiende lid.

  4. 4°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, artikel 8;

    de Colportagewet, de artikelen 6, 7, 8 en 24, tweede lid;

    de Diergeneesmiddelenwet, de artikelen 14, eerste en tweede lid, 20, tweede lid, 39, 40, 43, eerste lid, en 58, derde lid;

    de Drank- en Horecawet, de artikelen 2, 3, 12 tot en met 25, 35, tweede lid, en 38;

    de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, de artikelen 34, 35, voorzover deze voorschriften zijn gesteld in samenhang met op grond van artikel 45 gestelde voorschriften, 38, 39, 41, derde lid, 42, 44, 45, 46, 47, zesde lid, 52, eerste lid, 53 tot en met 57, 58, eerste en vierde lid, 59, vierde lid, 60, 65 en 76;

    de Handelsregisterwet 1996, de artikelen 25 en 28;

    de Kaderwet diervoeders, de artikelen 12, onderdelen c en d, 20, 22, 33, onderdeel d, en 36;

    de Landbouwkwaliteitswet, de artikelen 2, eerste en tweede lid, 3, tweede lid, 4, vierde lid, 6 en 9, eerste lid;

    de Landbouwuitvoerwet 1938, de artikelen 2, 4 en 7;

    de Luchtvaartwet, de artikelen 37ab, 37ae, eerste lid, 37f, derde lid, 37g, derde lid, of 37r;

    de Plantenziektenwet, de artikelen 2, 3, 3a, 6, en 13;

    de Reconstructiewet concentratiegebieden, de artikelen 36, eerste en derde lid, en 47, eerste lid;

    de Spoorwegwet, de artikelen 10, 13, 27, tweede lid, onderdelen a tot en met c, 33, zevende lid, 36, eerste en vierde lid, 39, 42, 45, 46, derde lid, 47, 48 en 53, alsmede – voor zover aangeduid als strafbare feiten – overtredingen van voorschriften krachtens de hoofdstukken 3 en 4, met uitzondering van de artikelen 64, tweede lid, en 65, eerste lid, gegeven;

    de Tabakswet, de artikelen 2, 3, 3a , 3b, 3c, 3e, 4, 5, 5a, 7, 8, 9, 10, 11, 11a en 18;

    de Telecommunicatiewet, de artikelen 2.3, derde lid, 3.4, tweede lid, 4.11, derde lid, 5.2, derde en vijfde lid, 7.7, 10.4, 10.6, 10.7, tweede lid, 10.10, 10.11, 10.12, 10.18, 13.4, eerste, tweede en derde lid, 18.1, 18.2, 18.7, 18.12, 18.15, eerste en tweede lid en 18.17, eerste en derde lid;

    de Uitvoeringswet verdrag chemische wapens, de artikelen 4 tot en met 8;

    de Verordening nr. 2137/85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1985 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden (PbEG L 199/1), artikel 7, tweede alinea, onder i, en artikel 25, eerste alinea, letters a, c, d en e, en tweede alinea;

    De verordening (EG) nr. 2560/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 december 2001 betreffende grensoverschrijdende betalingen in euro (PbEG L 344), de artikelen 3, 4 en 5;

    verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PbEG L 31), artikel 14, eerste lid;

    de Vestigingswet Bedrijven 1954, de artikelen 4, 15, tweede lid, 16, 18, tweede lid, 23 en - voor zover aangeduid als strafbare feiten - 22;

    de Visserijwet 1963, de artikelen 3, 3a, 4, 5 en 9;

    de Vleeskeuringswet, de artikelen 2, tweede lid, 6, 7, 18, eerste lid, onder a en i, 19, 19a, 20a, derde lid, 27, 28, 30a, 34, 35, 37, 38, 39 en 46a;

    de Waarborgwet 1986, de artikelen 7a, 12, 30, 31, 35, 36, 37, 39, 44, 46, 57, 58 en 58a;

    de Warenwet, de artikelen 1a, 4 tot en met 11a, 13 tot en met 20, 22, 26, tweede lid, 27, eerste lid, laatste volzin, 31, 32 en 32k;

    de Wedervergeldingswet zeescheepvaart, de artikelen 2, eerste lid, 5, 9, derde lid, 10, eerste lid, 11c, eerste en tweede lid, 11d en 17;

    de Wegenverkeerswet 1994, de artikelen 34, eerste lid, en 35;

    de Wet aansprakelijkheid olietankschepen, de artikelen 11, 12, 18, eerste lid, 20, 22 , 23, 24 en 26, tweede lid;

    de Wet agrarisch grondverkeer, de artikelen 61en 64, derde lid;

    de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, de artikelen 4 en 12, tweede lid;

    de Wet arbeid vreemdelingen, artikel 19c;

    de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf, de artikelen 3, eerste lid, 7, eerste lid, 10, eerste lid, 10, eerste tot en met derde lid, 11 en 20, eerste lid, en 21b, eerste lid;

    Wet balansverkorting geldelijke steun volkshuisvesting, artikel 15;

    de Wet capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot, artikel 6 alsmede - voor zover aangeduid als strafbare feiten - overtredingen van voorschriften krachtens die wet gegeven;

    de Wet op de Bedrijfsorganisatie, - voor zover aangewezen als strafbare feiten - de artikelen 32, 93 en 113;

    de Wet op het consumentenkrediet, de artikelen 9, 23, derde lid, 26, 27, eerste en tweede lid, 34, 36, 38, 47, 48, tweede lid, en 65, tweede lid, voor zover artikel 69 van die wet niet anders bepaalt;

    de Wet energiebesparing toestellen, de artikelen 2, 4, tweede lid, 5, 6, 8 , 9, 17, tweede en derde lid, 19, tweede lid, en 21;

    de Wet energiedistributie, de artikelen 10, 11, 12, zesde lid, en 13;

    de Wet Goederenvervoer Binnenscheepvaart (Stb. 1951, 472), de artikelen 4, 5, 30, 36, 45, tweede en zesde lid, 51, eerste lid, 59, derde lid, 60, 62, eerste en zevende lid, en 65, eerste lid, alsmede - voor zover aangeduid als strafbare feiten - overtredingen van voorschriften krachtens deze wet gegeven;

    de Wet explosieven voor civiel gebruik, de artikelen 7, 14, 15, derde lid, 16 en 21;

    de Wet goederenvervoer over de weg, de artikelen 4, eerste en tweede lid, 5, eerste en derde lid, 14, eerste en vijfde lid, 15, eerste lid, 21, 25, eerste lid, 29, eerste lid, 30, 31 en 49, derde lid, alsmede - voor zover aangeduid als strafbare feiten - de artikelen 5, tweede lid, 26, tweede lid, en 28;

    de Wet goedkeuring en uitvoering Markham-overeenkomst, de artikelen 3, derde lid, en 4, tweede lid;

    de Wet havenstaatcontrole, de artikelen 12, eerste en derde lid, en 13, eerste tot en met derde lid.

    de Wet herstructurering varkenshouderij, de artikelen 24, vierde lid, en 29;

    de Wet houdende vaststelling van minimumeisen voor het houden van legkippen, de artikelen 2 en 3, eerste lid;

    de wet houdende wijziging van de Wet personenvervoer voor het taxivervoer (deregulering taxivervoer), artikel V;

    de Wet kabelbaaninstallaties, artikelen 31, 32 en 33;

    de Wet laden en lossen zeeschepen, de artikelen 7, 8, eerste lid, onderdelen b en c, en tweede lid, 9, derde lid, 10, 11, eerste lid, 12, 13, 14, eerste en tweede lid, en 19, eerste lid, 24, zevende lid, en – voorzover aangeduid als strafbare feiten – artikel 24, eerste tot en met derde lid;

    de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen, artikelen 2, 3 en 5, vierde lid;

    de Wet op de loonvorming, artikel 10, vijfde lid;

    de Wet op de medische hulpmiddelen, de artikelen 2, 3, eerste lid, 4, 5, 7, eerste lid, en 9, eerste en derde lid;

    de Wet medefinanciering oververtegenwoordiging oudere ziekenfondsverzekerden, de artikelen 5 en 13;

    de Wet op de ondernemingsraden, de artikelen 26, zesde lid, en 36, zevende lid;

    de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, de artikelen 2 en 5, tweede en vierde lid;

    de Wet personenvervoer 2000, de artikelen 11, 19, 30, vierde lid, 39, eerste lid, 43a, derde lid, 51, 85 alsmede – voor zover aangeduid als strafbare feiten – 8, 9, vijfde lid, 83, 86 en 104, aanhef en onderdelen c en d;

    de Wet pleziervaartuigen artikel 17;

    de Wet schadefonds olietankschepen, de artikelen 5, eerste lid, en 8;

    de Wet scheepsuitrusting, artikel 26;

    de Wet inzake spaarbewijzen, de artikelen 3, tweede en derde lid, en 3a, en - voor zover aangeduid als strafbare feiten - artikel 2;

    Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998, de artikelen 2, tweede lid, 3, 4, 15, 24, derde lid, 28, eerste lid, 29, tweede volzin en 30, tweede en derde lid;

    de Wet ambtelijk toezicht bij openbare verkopingen, artikel 1;

    de Wet uitvoering aanbevelingen artikel 63, derde lid, EGKS-verdrag, artikel 2;

    de Wet uitvoering Internationaal Energieprogramma, de artikelen 3, eerste en tweede lid, 6, derde lid, 10, eerste lid, en 11, tweede lid, alsmede artikel 9 juncto artikel 3, eerste of tweede lid, of 6, derde lid;

    de Wet tot uitvoering van de Verordening No. 11 van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap, de artikelen 2 en 3;

    de Wet op bijzondere medische verrichtingen, de artikelen 2, 3, 4 en 6a;

    de Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen, de artikelen 3 juncto 8, eerste lid, 4, 5, 7, 9, tweede en vierde lid, 11 en 12;

    de Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal, de artikelen 3, 4, eerste en derde lid, 5, 6, eerste lid, 7, eerste en derde lid, 8 en 20;

    de Wet vervoer binnenvaart, de artikelen 5, tweede lid, 7, 9, eerste lid, 10, 15, tweede lid, 16, tweede lid, 20, eerste lid, 21, 23, tweede en vierde lid, 24, 26, 43, eerste lid, 44, 46, tweede lid, 48, eerste lid, 49, 53, 55, 74, 81 en 82, alsmede - voor zover aangeduid als strafbare feiten - overtredingen van voorschriften krachtens die wet gegeven;

    de Wet vervoer over zee, de artikelen 2, eerste en tweede lid, 3, eerste en derde lid, 4, eerste, tweede en vierde lid, 7, 9, 10, derde lid, 12, eerste lid, 15, 17, 18, eerste lid, 20, eerste lid, 23, 25, 30 en 31;

    de Wet voorkoming misbruik chemicaliën, artikelen 4, 7, 8, 9 en 10, onder c.

    de Wet voorraadvorming aardolieproducten, de artikelen 3, eerste lid, 5, derde lid, laatste volzin, en vierde lid, 8, derde lid, 10, derde lid, 13, eerste, tweede en vierde lid, 14, eerste lid, tweede volzin, en 27;

    de Wet vrachtprijzen vervoer van kolen en staal, de artikelen 2 en 4;

    de Wet op de walvisvangst 1960, artikel 2;

    de Wet op de gevaarlijke werktuigen, de artikelen 1a, 6, 8, eerste lid, 10, eerste, tweede en derde lid, 11, derde lid, 12, eerste lid, derde zin, en derde lid, 14, en 14a en 25a;

    de Wet ziekenhuisvoorzieningen, de artikelen 6, 15, vierde lid, 18a, 18b, eerste en achtste lid, 22, 23, alsmede - voor zover aangeduid als strafbare feiten - 28;

    de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, artikel 5a, tweede lid;

    de Wet van 28 juni 1989, Stb. 245, tot uitvoering van de Verordening nr. 2137/85 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1985 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden (PbEG L 199/1), artikel 3, vierde lid;

    de Wet van 19 december 1991, Stb. 710, tot aanpassing van de wetgeving aan de twaalfde richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake het vennootschapsrecht, artikel IV, eerste en tweede lid, eerste en tweede volzin;

    het Burgerlijk Wetboek, Boek 2 (Rechtspersonen), – voor zover van toepassing of van overeenkomstige toepassing op stichtingen en verenigingen als bedoeld in artikel 360, derde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen, naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, Europese economische samenwerkingsverbanden of formeel buitenlandse vennootschappen als bedoeld in de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen – de artikelen 19, vijfde lid, tweede volzin, 56, tweede lid, 61, onder b en d, 63b, 75, 76a, tweede lid, 85, 91a, 94b, vierde lid, 94c, vijfde lid, 96, derde en vierde lid, 96a, zevende lid, tweede volzin, 103, 105, vierde lid, laatste zin, 120, vierde lid, 153, 154, derde lid, 186, 194, 204b, vierde lid, 204c, vijfde lid, 230, vierde lid, 263, 264, derde lid, 362, zesde lid, laatste zin, 393, eerste lid, 394, derde lid, en 395;

    Boek 3 (Vermogensrecht) van het Burgerlijk Wetboek, artikel 15d, eerste en tweede lid, en artikel 15e, eerste en tweede lid;

    het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 1002, tweede lid;

    de Winkeltijdenwet, de artikelen 2, 3, vijfde lid, 4, derde lid, 5, derde lid, 6, tweede lid, 7, derde lid, en 8, tweede lid;

    de Wijzigingswet 1988 Warenwet, artikel II, tweede en vijfde lid;

    de IJkwet, de artikelen 5, eerste lid, 7, eerste en derde lid, 8, eerste en derde lid, 9, eerste en tweede lid, 11a, tweede lid, tweede volzin, 14, vijfde lid, onder a, c en d, 19, 20, eerste en derde lid, 21, 21a, eerste lid, 21b, derde lid, laatste volzin, 26b, tweede lid, eerste volzin, 26c, 27 en 29h, tweede lid;

    de Zeevaartbemanningswet, artikelen 56, 57, 58, 59 en 60;

    de Ziekenfondswet, artikel 43b.

  5. 5°.

    de delicten, genoemd in de artikelen 26, 33 en 34.

Artikel 1a

Economische delicten zijn eveneens:

  1. 1°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, de artikelen 2, eerste lid, 2a, 2b, eerste lid, 10, eerste lid, 13, 16a en 16aa en 25d, vierde en achtste lid;

    de Destructiewet, de artikelen 4 en 5, eerste en tweede lid;

    de Flora- en faunawet, artikel 13, eerste lid;

    de Grondwaterwet, artikel 14, eerste en tweede lid;

    de Kernenergiewet, de artikelen 15, 21, 21a, 21e, eerste lid, 29, eerste lid, 31, 32, eerste lid, 34, eerste, vijfde en zesde lid, 35, tweede lid, voorzover betrekking hebbend op een onderwerp, geregeld bij een krachtens de artikelen 29, 32 of 34 vastgestelde algemene maatregel van bestuur, 37b, 38a, 46, eerste lid, 47, eerste lid, 49b, eerste lid, 49d, 75, tweede lid, en 76a;

    de Meststoffenwet, de artikelen 55, 57, tweede lid, 58, 58c, 58d, tweede lid, 58e, derde lid, 58f, eerste lid, 58aa, 58af, eerste lid, 58aj, eerste lid, 58ak, eerste lid, 58 aka, eerste lid, en 58al;

    de Wet bestrijding ongevallen Noordzee, de artikelen 4, eerste, tweede, derde en vierde lid, en 15;

    de Wet bodembescherming, de artikelen 6 tot en met 13, 38 en 94;

    de Wet houdende wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (landbouwkundig onmisbare gewasbeschermingsmiddelen): artikel II, derde en zesde lid, en bijlage.

    de Wet inzake de luchtverontreiniging, de artikelen 91, 92, onder a, in verband met artikel 48, en 92 , onder b;

    de Wet luchtvaart, de artikelen 6.51, eerste lid, 6.54, vierde lid, 6.55, eerste lid en 6.58, tweede lid, alsmede - voorzover aangeduid als strafbare feiten - overtredingen van voorschriften krachtens titel 6.5 van die wet gegeven;

    de Wet milieubeheer, artikel 1.2, eerste lid, - voor zover aangeduid als strafbare feiten - en de artikelen 2.5, 8.1, eerste lid, 8.40, eerste lid, 8.42, tweede lid, 8.43, 8.44, eerste en zesde lid, 10.1, 10.2, eerste lid, 10.37, eerste lid, 10.39, eerste lid, 10.45, eerste lid, onderdeel b, 10.47, eerste lid, 10.54, eerste lid, 10.56, eerste en tweede lid, 10.57, 10.58, eerste en tweede lid, 10.60, eerste en tweede lid, onder a en b, 16.5, eerste lid, 16.12, derde lid, 16.13, 16.14 en 16.21, 17.4 eerste lid, en 18.18;

    de Wet milieugevaarlijke stoffen, de artikelen 2, 8, 24, 31, 59 en 63;

    de Wet rampen en zware ongevallen, – voor zover aangeduid als strafbare feiten – de artikelen 10a, eerste en derde lid, en 11b, tweede en derde lid;

    de Wet van 2 juli 1992, Stb. 415, tot uitbreiding en wijziging van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne en daarmee samenhangende wijzigingen van andere wetten (milieubeleidsplanning en milieukwaliteitseisen; provinciale milieuverordening, totstandkoming algemene maatregelen van bestuur), artikel XIX, voor zover het betreft provinciale verordeningen, vastgesteld krachtens artikel 36 of artikel 41 van de Wet bodembescherming;

    de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de artikelen 1, eerste, derde en vierde lid, 1b, 2a, 2c, tweede lid, 5, eerste lid, en 30a;

    de Wet verontreiniging zeewater, de artikelen 3, eerste lid, 4, en 11;

    de Wet verplaatsing mestproductie, de artikelen 2, 3, 4, en 9, vijfde lid;

    de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, de artikelen 4, 5, 10, 11, 21, 24, 27, 29, 31 en 33;

    de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, de artikelen 5, eerste lid, 12, eerste lid, tweede lid, onderdelen a en b, vierde, zesde en zevende lid, 12b, eerste lid, 12c, eerste lid, 13, 13a, eerste, tweede, derde en vierde lid, 23, tweede en vierde lid, 35, derde lid 35a, derde lid, en 36a, eerste lid;

  2. 2°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Bestrijdingsmiddelenwet 1962: artikel 16g, zesde lid;

    de Boswet, de artikelen 2, derde lid, 3, eerste en tweede lid, en 13, eerste lid;

    de Flora- en faunawet, de artikelen 8, 9, 11, 12, 14, eerste, tweede en derde lid, 15, eerste en tweede lid, 17, 18, eerste lid, 26, derde en vijfde lid, 47 en 73;

    de Kernenergiewet, de artikelen 14, 22, eerste lid, 26, tweede lid, 28, 33, eerste lid, 35, tweede lid, voor zover betrekking hebbend op een onderwerp, geregeld bij een krachtens artikel 28 vastgestelde algemene maatregel van bestuur, 37, eerste lid, 39, 67, eerste en vierde lid, 68 en 76, derde lid;

    de Natuurbeschermingswet, de artikelen 12, eerste lid, 14, derde lid, 16, eerste lid, 31, eerste lid, en 33a, eerste lid;

    de Ontgrondingenwet, de artikelen 3, eerste en tweede lid, 7, derde lid, 12, eerste en tweede lid, en 16, tweede lid;

    de Wet bescherming Antarctica, de artikelen 3, eerste lid, 5, 6, eerste en tweede lid, 8, 25, eerste en tweede lid, 29 en 30;

    de Wet bodembescherming, de artikelen 20, 27, 28, 29, 30, tweede, derde en vierde lid, 31, 32, tweede lid, tweede volzin, 39, eerste en tweede lid, 43, eerste, derde en vierde lid, 44, 45, vierde lid, 49 juncto 30, tweede, derde en vierde lid, 63e, derde lid, tweede volzin, 63i, vijfde lid, tweede volzin, 63j, tweede lid, 70 en 72;

    de Wet milieubeheer, de artikelen 8.14, eerste lid, 8.36f, eerste en tweede lid, 8.20, tweede lid, 8.41, eerste, tweede en derde lid, 8.42, eerste lid, 8.44, vijfde lid, 10.15, eerste lid, 10.16, eerste lid, 10.17, eerste lid, 10.18, 10.20, eerste lid, 10.29, eerste lid, 10.30, eerste lid, 10.32, 10.38, 10.40, eerste en tweede lid, 10.41, eerste en tweede lid, 10.42, eerste lid, 10.43, eerste lid, 10.44, derde lid, 10.45, eerste lid, onderdeel a, 10.46, eerste lid, 10.48, derde lid, 10.51, eerste lid, 10.52, eerste lid, 10.55, 10.60, tweede lid, onder c, 15.32, eerste en tweede lid, 17.1 en 17.2;

    de Wet milieugevaarlijke stoffen, de artikelen 13, 14, 15, 16, 17, 20, 21, 22, 23, 25, 32, 34, 37, 38, 39, en - voor zover aangeduid als strafbare feiten - 19, vierde lid;

    de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de artikelen 10, eerste en tweede lid, en 14 – voorzover aangeduid als strafbare feiten – alsmede de artikelen 17, vierde lid, 21, derde lid, 28, vierde lid, 29, achtste lid, en 45, tweede lid;

    de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing, artikel 31 juncto de artikelen 10, eerste en tweede lid, en 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening – voorzover aangeduid als strafbare feiten – alsmede de artikelen 17, vierde lid, 21, derde lid, 28, vierde lid, 29, achtste lid, en 45, tweede lid, van laatstgenoemde wet;

    de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de artikelen 2b, eerste, tweede en derde lid, 4, en 9a, eerste, tweede en derde lid;

    de Wet verontreiniging zeewater, de artikelen 6 en 6a;

    de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, de artikelen 6, tweede lid, artikel 10, eerste lid, onder b en d, 10, vierde lid, jo. artikel 10, eerste lid, onder b en d, 11, eerste en derde lid, 12a, eerste, tweede, derde en vierde lid, 12d, eerste lid, 16, 17, en 31;

  3. 3°.

    overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens:

    de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, de artikelen 2, vijfde, zesde en zevende lid, 5a, derde lid, , 10, tweede lid, 11, 12 en 13a tot en met 15;

    de Destructiewet, de artikelen 3, eerste, tweede en derde lid, 4a, 6, 9, 10, eerste en vijfde lid, 11, 12, 13, eerste, tweede, derde, vierde en vijfde lid, 15, 17, eerste lid, en 25, vierde lid;

    de Flora- en faunawet, de artikelen 10, 16, 37, eerste en tweede lid, 38, eerste lid, 50, eerste, tweede en derde lid, 51, 52, 53, 54, eerste lid, 58, 59, tweede lid, 60, vijfde lid, 62, eerste lid, 63, eerste lid, 64, tweede lid, 67, zesde lid, 72, vijfde lid, 74, eerste lid, 74a, eerste lid, 79, tweede lid, 81, eerste lid, en 111, eerste lid.

    de Grondwaterwet, artikel 11;

    de Kernenergiewet, de artikelen 36, eerste lid, en - voor zover aangeduid als strafbare feiten - 73;

    de Meststoffenwet, de artikelen 3, 4, 5, 6, 6a, 7, 7a, 42a, eerste lid, 58ae, vierde en zesde lid, 58aka, derde en vierde lid, 59, derde lid, en 61;

    de Meststoffenwet 1947, de artikelen 2 en 4;

    de Natuurbeschermingswet, artikel 17;

    de Wet bescherming Antarctica, de artikelen 19, tweede lid, en 33

    de Wet geluidhinder, de artikelen 2, 3, 8, 9, 10, 170, tweede lid, en 175;

    de Wet inzake de luchtverontreiniging, de artikelen 92, onder a, in verband met de artikelen 13, 14 en 86, tweede lid, 92, onder c, en 92, onder d;

    de Wet luchtvaart, de artikelen 6.60, eerste lid, 6.61, tweede lid, 6.61a, en 6.62, tweede lid.

    de Wet milieubeheer, de artikelen 10.23 – voor zover aangeduid als strafbare feiten – en artikel 10.60, tweede lid, onder d en e;

    de Wet van 13 mei 1993, Stb. 283, tot uitbreiding en wijziging van de Wet milieubeheer (afvalstoffen), artikel VII, voor zover het betreft gemeentelijke verordeningen, vastgesteld krachtens artikel 2 van de Afvalstoffenwet;

    de Wet verplaatsing mestproductie, de artikelen 9, tweede lid, 10, 13, 14 , en 17;

    de Wet vervoer gevaarlijke stoffen: de artikelen 47 en 48, tweede lid;

    de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, artikel 12, tweede lid, onderdeel c.

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Titel II. Van de straffen en maatregelen

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12 [Vervallen per 01-05-1983]

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15 [Vervallen per 01-09-1976]

Artikel 16

Titel III. Van de opsporing

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 23

Artikel 23a

Artikel 24

Artikel 24a

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27 [Vervallen per 01-05-2004]

Titel IV. Van voorlopige maatregelen

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 30a

Artikel 31

Artikel 32

Titel V. Van handelingen in strijd met straffen en maatregelen

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35

Titel VI. Van de afdoening buiten geding

Artikel 36

Artikel 37

Titel VII. Van de bevoegdheid en de samenstelling der arrondissements-rechtbanken

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 40 [Vervallen per 01-07-1992]

Artikel 41 [Vervallen per 31-01-1958]

Artikel 42 [Vervallen per 31-01-1958]

Artikel 43

Artikel 44 [Vervallen per 18-07-1983]

Artikel 45

Titel VIII. Van de berechting in eerste aanleg

Artikel 46

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49 [Vervallen per 01-01-1976]

Artikel 50 [Vervallen per 01-01-1976]

Titel IX. Van het hoger beroep

Artikel 51 [Vervallen per 01-10-2000]

Artikel 52

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 55 [Vervallen per 01-10-2000]

Titel X

Artikel 56 [Vervallen per 01-10-2000]

Artikel 57 [Vervallen per 01-10-2000]

Titel XI. Van de contactambtenaren

Artikel 58

Titel XII. Overgangsbepalingen

Artikel 59

Artikel 60

Artikel 61 [Vervallen per 01-06-1999]

Artikel 62

Artikel 63

Titel XIII. Slotbepalingen

Artikel 64

Artikel 65

Artikel 66

Artikel 67

Artikel 68

Artikel 69

Artikel 70

Artikel 71

Artikel 72

Artikel 73

Artikel 74

Artikel 75

Artikel 76

Artikel 77

Artikel 78

Artikel 79

Artikel 80

Artikel 81

Artikel 82

Artikel 83

Artikel 84

Artikel 85

Artikel 86

Artikel 87